Voorbroek

Ligging Het kasteel Voorbroek lag ten oosten van de rivier de Eem, in de gemeente Baarn.
Ontstaan Voorbroek werd waarschijnlijk zo rond 1400 gebouwd.
Geschiedenis Rond 1400 komen we Jacob Nenninc tegen, die afwisselend de achternaam "van der Eem" en "van Voorbroek" gebruikt. Jacob Nenninc is schout van Amersfoort geweest. Deze functie hield in dat je verantwoording moest afleggen aan de Bisschop van Utrecht. Deze functie werd het meest vervuld door ridderlijke personen en we vermoeden dan ook dat Jacob uit een adellijk milieu stamt.
Op 14 oktober 1401 wordt Jacob beleend met Voorbroek. De omschrijving luidt: "dat erve to Voorbroec mitten steenhuze ende mit allen getymmer ende thoebehoere". Het is helaas niet duidelijk of deze omschrijving ook bij 1401 hoort, waardoor niet met zekerheid valt te zeggen of Voorbroek al in 1401 bestond.
Ook aan de andere zijde van de Eem heeft Jacob bezittingen. Zoals hierboven vermeld was hij eerst schout en daarna burgemeester van Amersfoort (vanaf 1408). Hij is dat maar kort, want in 1413 krijgt hij van de bisschop het maarschalkambt van Amersfoort en Eemland in pand en in 1414 het kasteleinschap van Ter Horst, het rentambt van het Nedersticht en het richterambt en de tol van Rhenen. Jacob is een welvarend man en is bemiddeld genoeg om in een steenhuis te kunnen wonen. Hij trouwt met Belia Pijll en uit dit huwelijk wordt één dochter geboren: Alijt. Na het overlijden van Belia trouwt hij met jonkvrouwe Wijchmoet. Als hij op 23 januari 1434 sterft, wordt hij opgevolgd door zijn dochter.

Alijt Jacobs Nenninc trouwt met Dirk Freys van Dolre, waarmee Voorbroek in deze familie komt. Hij is rechter en schepen van Rhenen geweest. Alijt sterft in 1481 en was daarmee bijna 50 jaar eigenaresse.
Voorbroek is daarna generaties lang in de familie Van Dolre gebleven. Tegen het einde van de 16e eeuw of begin 17e eeuw, wordt Voorbroek door Andries Bot verkocht aan Johan van Westrenen, rentmeester van Armen de Poth. Van een steenhuis is dan allang geen sprake meer: "een stuk land te Eembrugge geheten 't Voorbroeck, strekkende van de Eem tot aan de Lodijk".
Hoe het perceel in bezit gekomen is van Andries is geheel onduidelijk.

De naam Voorbroek valt te splitsen in voor en broek. Een broek was in de Middeleeuwen kreupelhout of een nat bos. Deze bevond zich op de Wolkenberg, die zich ten zuiden van Voorbroek bevond en lag Voorbroek dus vóór dit broek.
Bij de belening van Voorbroek tussen 1481 en 1497 wordt er melding gemaakt van "ten Voirbroece ofte die Oude Weer". Weer betekent hofstede of boerderij(en) op een door sloten omgeven perceel en Oud heeft waarschijnlijk de betekenis van voormalig. Aan de hand van deze omschrijving komt de heer Raats tot de verzichtige conclusie, dat we hier te maken hadden met een steenhuis met houten bijgebouwen of een boerderij binnen een dubbele omgrachting.
Localisatie De heer R. Raats heeft luchtfoto's die beschikbaar gekomen zijn uit de jaren 50 van de vorige eeuw bestudeerd en daarop is hij twee patronen tegengekomen ten oosten van de rivier de Eem, die op kasteelterreinen lijken. De terreinen liggen hemelsbreed maar 1,3 km van elkaar en liggen beide ten zuiden van het kasteel Ter Eem.
We bespreken hier alleen de noordelijke van de twee gevonden terreinen. De andere is vermoedelijk kasteel Hamelenburg. Aan de hand van de luchtfoto lijkt het erop dat we te maken hebben met een dubbel omgracht terrein van circa 50 bij 65 m. De buitenste omgrachting lijkt aan te sluiten op een sloot. Het binnenterrein heeft een afmeting van ongeveer 25 bij 30 m.

In dit gebied vinden we enkele natuurlijke hoogten met de namen (van noord naar zuid) Bloemberg, Wolkenberg en Netelenberg. Op de Bloemberg bevond zich het kasteel Grimmestein, terwijl Voorbroek zich tussen de Bloemberg en de Wolkenberg in bevond.
Op de "Kaerte van de Polders der Eemlandtsche Leege Landen" uit 1666 is een knik in de sloot zichtbaar waar het kasteelterrein zich bevonden heeft, maar omgrachtingen of enige bebouwing ontbreken volledig. Dit perceel had nummer 547. Ook op de Kadastrale kaart uit het begin van de 19e eeuw is deze knik in de sloot nog zichtbaar. Hoewel voor het oog het kasteelterrein al heel lang niet meer herkenbaar is, is dit wel het geval in het "Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN)". Door middel van lasertechniek is het landschap gescand en konden zo ook minimale hoogteverschillen in kaart worden gebracht.
In 2016 is er door de Werkgroep Archeologie Baarn een booronderzoek uitgevoerd op het terrein. Het doel was de dubbele omgrachting en de locatie van het huis terug te vinden. Er werd alleen wat puin gevonden, bestaande uit stukken baksteen en fragmenten van leisteen. Daarnaast werd er een afgebroken baksteen gevonden met een breedte van 11 en een dikte van 5,5 cm (helaas geen kloostermop). Aan de hand van het gevonden puin, wordt vermoed dat Voorbroek waarschijnlijk een woontoren is geweest geheel of gedeeltelijk van bakstenen gebouwd en werd het gedekt door een leien dak.

Het nummer 547 komen we tegen in een akte uit 1808, waarin een "weiland in de Zuidpolder van Eemland, genaamd Voorbroek" verkocht wordt. Via deze akte heeft de heer R. Raats de naam van het huis gevonden.
Bewoners 1401 - 1434 Jacob Nenninc, getrouwd met Belia Pijll
1434 - 1481 Alijt Jacobs Nenninc (dochter), getrouwd met Dirk Freys van Dolre
1481 Jacob Freys Van Dolre (zoon), getrouwd met Janne van Abcoude van Meerten
Dirk Freys van Dolre (zoon), getrouwd met Deliana Hooft
- 1533 Jacob Freyse van Dolre (zoon), getrouwd met Alijd van Welschoten
1533 - 1536 Dirk Freyse van Dolre (zoon)
1536 - 1574 Arnout Freyse van Dolre (broer), getrouwd met Antonia Volckendsdr Both
1574 Johan Freyse van Dolre (zoon)
1574 - 1576 Anna Freyse van Dolre (zus)
1576 - 1597 Deliana Freyse van Dolre (zus), getrouwd met Gerard Both
1597 - ca 1634 Jacob Both van der Eem (zoon), getrouwd met Bertha van Brakel
1634 - ca 1645 Pieter Both van der Eem (neef), getrouwd met Antonette de Glarges
- ca 1700 Andries Bot
ca 1700 Armen de Poth
Huidige doeleinden Van het kasteel is niets meer terug te vinden.
Opengesteld n.v.t.
Foto's
Bronnen Tekst: R. Raats, Twee Huizen aan de Overkant, In: R. Gruben en T. Hermans, ea, Zij waren van groote en zware steenen, Stichting Kastelenstudies Nederland, Wijk bij Duustede, 2017, blz. 203-229