Ligging |
Op de oostelijke oever van de Vecht, net iets ten noorden van Maarssen-Dorp
langs de Diependaalsedijk nr. 33.
|
Ontstaan |
Vechtoever heeft de kenmerken van een 18e eeuws landhuis en is dan ook in de
18e eeuw gebouwd. Het huis is ongeveer even oud als het huidige
Goudestein (1754). Het huis heeft nog wel een voorganger gehad, dat al in 1694 genoemd wordt, als het gekocht wordt door Antonio Alvares Machado. Het huis heette toen Den Oever, en was een hofstede: een buitenplaats gebouwd in de stijl van de boerderijen uit de omgeving. |
Geschiedenis |
Zoals hierboven al vermeld stond er in de 17e eeuw, waarschijnlijk op dezelfde
plaats als het huidige huis, een hofstede. Deze hofstede werd gebouwd in het
begin van de 17e eeuw door welgestelde kooplieden uit Amsterdam. De naam
Vechtoever komt al voor op een kaart uit 1629. Den Oever, zoals deze hofstede
ook wel werd genoemd, wordt in 1694 gekocht door Antonio Alvares Machado.
Machado was o.a. geldbewaarder van stadhouder Willem III en begeleidde hem op
zijn toch naar Engeland in 1688. Zijn zoon Jacob Hiskia Machado bewoonde Den
Oever na zijn vader, die in 1707 overleed. Den Oever komt ook voor op een
kaart van de Vechtstreek van 1660. De oudste afbeelding van de hofstede komen we tegen in de 'Zegenpralende Vecht' uit 1719. Tegen het einde van de 18e eeuw behoort Vechtoever aan Gerardus Lambertus Dommer. Hij wil graag aan het huis een kapel bouwen en vraagt daarvoor zelfs toestemming van de paus. In 1797 krijgt hij deze toestemming en heeft hij de kapel laten bouwen. Waarschijnlijk bevond zich deze in de kamer rechts van de ingang, omdat in het stucwerk in het plafond twee harten en vier doornenkronen zijn te herkennen. Een belangrijke bewoner was Maria Dommer. Zij woonde op Vechtoever na de dood van haar ouders tot 1840. Zij was begaan met het lot van anderen en kocht in 1835 Endelhoven voor de verpleging van bejaarde vrouwen. Ook Vechtoever kreeg een dergelijke bestemming, toen de laatste privé-bewoner, de heer G.K.S. van Walree, Vechtoever bij testament vermaakte aan de Noordhollandse vereniging: 'Het Witte Kruis' als verblijf voor rustbehoevende verpleegsters. De heer van Walree, heeft in de periude dat hij Vechtoever bewoonde (1898-1910), Vechtoever, dat erg slecht onderhouden was door de vele eigenaren die het huis tussen 1840 en 1898 bewoonden, fraai laten restaureren. Uit het taxatierapport, dat in 1910 werd opgemaakt, blijkt dat Vechtoever weer een schitterend interieur had, met geschilderd behangsel, Amstel-servies en kostbare schilderijen. In 1941 kreeg Vechtoever weer een andere bestemming, toen 'Het Witte Kruis' besloot Vechtoever aan de Stichting Arbeidsinstellingen voor geestelijk onvolwaardigen (de A.G.O.) te verhuren. Het huis moest wel worden aangepast voor de huisvesting van 45 jongens. Er is nu geen geschilderd behang meer en de bewerkte panelen van de eikenhouten deuren zijn aan het oog onttrokken; er is toen geen verandering in de indeling van het huis aangebracht. De ingang, in tegenstelling tot die van Goudestein, is niet aan de Vechtzijde gelegen maar aan de zijde tegenover de Diependaalsedijk. Het park rond Vechtoever werd tot 1958 afgesloten door een inrijhek met vier hardstenen pijlers met daarop marmeren borstbeelden. Bij de restauratie in 1962 was men van plan weer een hek te plaatsen, inclusief de marmeren beelden, maar dit bleek financieel toch niet haalbaar. Nu zijn de 4 marmeren beelden, voorstellende de Trojaanse Prins Paris en de drie godinnen: Hem, Athena en Aphrodite, op sokkels rondom het huis geplaatst. Vechtoever had oorspronkelijk twee theekoepels, één aan de Diependaalsedijk (afgebroken na 1832) en één langs de Vecht. Bij een brand in 1920 verloor deze theekoepel zijn bovenbouw; in de jaren zestig is de theekoepel fraai gerestaureerd. Bij Vechtoever hoort ook nog een koetshuis, waarin de directeur van het jongensinternaat met zijn gezin woont. Ook wordt dit koetshuis bewoond door zes jongens. Inmiddels is het huis weer privé eigendom en werd tot 2011 bewoond door de familie Bohnen. De huidige eigenaar is T. de Graaf. |
Bewoners |
- 1653 Guillelmo Mostaart 1653 - 1657 Elias van den Welborg (koop) 1657 - 1664 Philips Metsu (koop f. 5500) 1664 - 1671 Pieter Haack (koop) 1694 - 1707 Antonio Alvares Machado 1707 - na 1720 Jacob Hiskia Machado (zoon) ca 1748 Raphael Mendes da Costa ca 1797 Gerardus Lambertus Dommer - 1840 Maria Dommer 1840 - 1858 Pieter van Cranenburh (neef) 1858 - 1860 Christina M.J. Kock, weduwe van voorgaande 1860 - 1863 erven van echtpaar Van Cranenburgh-Kock 1863 - 1867 C.A.E. van den Honert (koop) 1867 - 1870 C.J. van der Schalk (koop) 1870 - 1884 M.W. Rijnbende (koop) 1884 - 1890 Mr. Ferdinand Theodoor Pahud de Mortanges (koop) 1890 - 1898 J.H. Klütgen (koop) 1898 - 1910 Gerrit Karel Felix van Walree (koop) 1910 - 1941 'Het Witte Kruis' als verblijf voor rustbehoevende verpleegsters 1941 jongensinternaat van de Stichting A.G.O. - 2011 de heer en mevrouw Bohnen 2011 T. de Graaf |
Huidige doeleinden | Het huis is bewoond. |
Opengesteld | Het huis is niet toegankelijk, wel vanaf de weg en de Vecht zichtbaar. |
Foto's |
|
Bronnen |
Tekst: Gids voor Nederlandsche Kastelen en Buitenplaatsen, Allert de Lange,
Amsterdam, 1966 Orgaan van de Historische Kring van Maarssen, 1986, nr. 1, blz. 12 E. Munning Schmidt en A.J.A.M. Lisman, met tekeningen van Chr. Schut, Plaatsen aan de Vecht en de Angstel, Historische beschrijvingen en afbeeldingen van kastelen, buitenplaatsen, stads- en dorpsgezichten aan de Vecht van Zuilen tot Muiden, Alphen aan den Rijn, Canaletto, 1985, 262 blz, 2e druk Foto 1 en 2: uit eigen collectie Foto 3 t/m 6: Orgaan van de Historische Kring van Maarssen Afb. 1: P. Terlouw, De Vecht een stroom van verhalen, 1972 Afb. 2: Dr. R. van Lutterveld, De buitenplaatsen aan de Vecht, Lochem, 1948 Foto 7 t/m 18: funda |