Ligging |
Het huidige huis staat aan de Stoutenburgerlaan in Leusden. Waar deze weg vanuit het
westen een bocht naar het noorden maakt, bevindt zich een halfrond grachtfragment.
Ooit vormde dit een onderdeel van de omgrachting van het bisschoppelijk kasteel
Stoutenburg.
|
Ontstaan |
In 1259 is het kasteel in aanbouw. Van oorsprong is de familie Van Amersfoort
eigenaar van het kasteel. Het huidige huis stamt uit 1888. |
Geschiedenis |
Stoutenburg behoorde tot één van de kastelen van de bisschop van Utrecht, maar dat
was het kasteel niet vanaf de bouw. Op 12 juni 1259 wordt aan de stad Amersfoort
stadsrechten verleend door de bisschop Hendrik van Vianden. Tot dan had Wouter van
Amersfoort onder andere het schoutambt van Amersfoort vervuld, maar door de
stadsrechten verloor Wouter zijn machtige positie binnen Amersfoort. In ruil
daarvoor werd hij in 1259 beleend met het allodiale kasteel Stoutenburg, dat toen
nog in aanbouw was. Vanaf 1271 noemde Wouter zich ook regelmatig Van
Stoutenburg. Na de dood van Wouter werd hij opgevolgd door Everard van Amersfoort; vanaf het einde van de 13e eeuw brokkelde de macht van de familie Van Amersfoort in het Eemland af en Everard I was al snel genoodzaakt door geldgebrek om delen van het familiebezit te verkopen. Zijn zoon en opvolger Everard II van Amersfoort was zelfs genoodzaakt het kasteel te verkopen. In 1315 verkoopt hij de helft van het kasteel aan bisschop Gwijde van Avesnes en een jaar later, als hij de andere helft van het kasteel geërfd heeft, verkoopt hij deze ook. Tot dan had de bisschop de beschikking gehad over het bisschoppelijke hof te Amersfoort. Bisschop Gwijde besluit dan het kasteel Stoutenburg te verbouwen, waarna het bisschoppelijk hof overbodig wordt en dit overgedragen wordt aan de pastoor van de St. Joriskerk. De volgende bisschop versterkte zijn positie nog meer rond Amersfoort, doordat hij de mogelijkheid kreeg meer familiebezit van de Van Amersfoort aan te kopen. Na de dood van bisschop Frederik II van Sierck in 1322 raakte de volgende bisschoppen in geldnood en ze waren genoodzaakt in ruil voor geldleningen het kasteel samen met het schoutambt van Amersfoort en Eemland te verpanden. Er waren genoeg geldschieters te vinden, want naast het bezit van het kasteel hadden ze invloed op het bestuur van het Sticht. Bij bewoners/eigenaars worden de verschillende geldschieters genoemd. In 1352 greep de stad Utrecht in. De schulden werden afgelost en met militair optreden werd het kasteel weer teruggegeven aan de bisschop. Met de bisschop werd afgesproken, dat alleen inwoners van de stad Utrecht nog kastelein konden worden. Zijn functie als versterking langs de grens van het Sticht werd tegen het einde van de 14e eeuw overgenomen door het kasteel Ter Eem. Ook werd de functie van schoutambt van Amersfoort en Eemland, dat in de loop van de 14e was omgezet in het maarschalksambt van Eemland, verbonden aan het kasteleinschap van Ter Eem. Hierdoor verloor het kasteel nog meer in belangrijkheid, zeker op militair gebied. Er werd een kastelein aangesteld, die het kasteel tegen een jaarsalaris beheerde. Ondanks het feit dat het kasteel geen belangrijke functie meer vervulde, werd het "slot ende huijs tot Stoutenberch mit tweeen bouhuysen ende schueren" in 1495 voor de eerste keer geplunderd door een Gelders leger. Alle bezittingen, voorraden en huisraad van de pachter Willem die Wijse en het vee van de in de twee bouwhuizen wonende boeren werd meegenomen. Het is onbekend of het kasteel daarna wel herbouwd is. Nadat de bisschop zijn wereldlijke macht verloor, werd het beheer overgenomen door het de rentmeester-generaal der Domeinen. Rond 1540 werd toen besloten het kasteel af te breken. De laatste restanten werden in 1542/3 afgebroken, om de stenen te hergebruiken voor de bouw van het kasteel Vredenburg te Utrecht. Johan van Oldebarneveld, stamde via zijn moeder Deliana van Weede uit het geslacht Van Stoutenburg en hij besloot in 1594 de heerlijkheid Stoutenburg te kopen. Met welk doel hij dat deed is niet bekend. Mogelijk wilde hij aantonen, dat hij van moederszijde van adel was of hoopte hij dat Stoutenburg als ridderhofstad erkend zou worden en hij zo zitting zou kunnen nemen in de Utrechtse ridderschap. Voor dat doel kocht hij namelijk in 1611 het kasteel Gunterstein in Breukelen. Na zijn onthoofding in 1619 werden beide kastelen verbeurd verklaard. Vanaf 1637 is het eigendom van de katholieke familie Van Beye. Meer dan honderd jaar bleef Stoutenburg in bezit van de familie Van Beye, die na aankoop van het kasteelterrein op het omgrachte eiland een buitenplaats laat bouwen. Rond het huis laten ze een tuin aanleggen, die in 1669 door Constantijn Huijgens wordt beschreven. In 1751 verkopen ze het huis aan Cornelis en Henrik Pannekoek, die het 3 jaar later weer door verkopen aan een lid uit de familie Van Lilaar. Na het overlijden van Jan François Van Lilaar, erft zijn dochter Lucia Theresia van Lilaar het huis. Ze is getrouwd met Petrus Leonardus Heilmann, waarmee de buitenplaats in bezit van deze familie komt. In 1833 wordt het huis gekocht door de bankier Anthony Luden. De buitenplaats voldeed blijkbaar niet meer aan de woonwensen van zijn zoon Johannes, want deze laat het huis afbreken en tussen 1862 en 1865 vervangen door een nieuw huis, ontworpen door architect H.J. van de Brink. En deel van de gracht wordt gespaard en opgenomen in de tuinaanleg in landschapsstijl. Dit derde huis was geen lang leven beschoren, want de dochter van Johannes, Maria Suzanna, laat het huis in 1888 afbreken en enkele honderden meters westelijker laat ze het nu nog bestaande huis bouwen. Tot begin 2006 was er weinig bekend over de vorm van het middeleeuwse kasteel Stoutenburg. In 1956 vond er een kleine opgraving plaats, maar dit leverde erg weinig op. Alleen kon worden vastgesteld hoe de gracht gelopen had, maar duidelijke funderingssporen werden niet aangetroffen. Volgens berichtgeving die bewaard is gebleven over de bouw van het derde huis tussen 1862 en 1865, werden er toen funderingssporen aangetroffen bestaande uit ijzer-oerblokken met een dikte van 1,5 m dikte. Het is jammer dat in 1862 verder geen onderzoek uitgevoerd is, want het gebruik van ijzer-oersteen zou kunnen betekenen, dat het kasteel ouder is dan de eerste vermelding uit 1259 of dat het kasteel nog een voorganger heeft gehad. Ook zijn er geen betrouwbare afbeeldingen van het middeleeuwse kasteel bewaard gebleven. De gegevens die vermeld staan in de rekeningen zijn een aantal jaren voor 1995 verzameld door Professor H. Janssen. Eind 2005 en begin 2006 hebben er opgravingen plaats gevonden naar de resten van kasteel Stoutenburg en deze hebben verrassende vondsten opgeleverd. "Er is meer aangetroffen dan gedacht," zegt archeoloog Ron Hulst, leider van het team dat in december en januari veldwerk verrichtte. Zo zijn er pijlpunten van kruisbogen gevonden en een kannetje van steengoed van rond 1300. Hulst zegt dat het terrein aan de Stoutenburgerlaan, tussen Leusden en Hoevelaken, 'een hoge archeologische waarde' heeft. "Er zijn plannen om het kasteel op de gemeentelijke monumentenlijst te zetten. Dat betekent dat opnieuw bekeken moet worden of daar een futuristische woontoren gebouwd kan worden". De Amersfoortse archeologische dienst gaf op 9 maart 2006 een beeld van de opgravingen. Kasteel Stoutenburg is in de 13e eeuw gebouwd. Sporen van die eerste bouwfase zijn niet gevonden, maar wel uit de 14e eeuw. De funderingen van een ringmuur zijn over een lengte van tien meter blootgelegd. Het terrein binnen de kasteelmuur had een doorsnee van zo’n veertig meter. Ook is duidelijk dat er een zaalgebouw moet zijn geweest in het kasteel, dat op een zandophoging stond. Een ronde burcht is kenmerkend voor de 14e eeuw. In latere periodes werden vierkante kastelen gebouwd. Behalve resten van de hoofdburcht zijn er sporen van een voorburcht en meerdere greppels gevonden. Die voorburcht omvatte meerdere gebouwen waaronder wellicht een bierbrouwerij. In de gedempte greppels is veel aardewerkmateriaal gevonden, zelfs uit de 13e eeuw. Misschien stond er ooit een hoeve, voordat het kasteel is gebouwd. De archeologen, die hun veldwerk verrichtten in opdracht van stichting Het Utrechts Landschap, vermoeden dat er nog veel meer onder de grond ligt. Onderzoek vond plaats in acht gegraven sleuven. Onduidelijk is of er een vervolgonderzoek komt. De ronde burcht had waarschijnlijk in het midden van het binnenterrein een waterput. Het hierboven genoemde zaalgebouw was waarschijnlijk onderkelderd, dat mogelijk deels in de weermuur was opgenomen en voorzien was van arkeltorentjes. Daarnaast wordt een aantal vertrekken vermeld, zoals de kamer van de bisschop ("mins heren camer"), de "... nye camer", de "... Moeder camer" en de keuken. Uit de nagelaten bronnen valt niet vast te stellen of deze vertrekken zich in het hoofdgebouw of in aparte gebouwen bevonden. Op de voorburcht stonden enkele dienstgebouwen, waarn een turfschuur, een rosmolen en een bottelarij waren ondergebracht. In de bottelarij werd bier gemaakt, dat de bisschop regelmatig naar andere bisschoppelijke huizen liet overbrengen. Het kasteel werd, zoals al hierboven gemeld wordt, in de jaren 1542 en 1543 gesloopt. Uit het begin van de 17e eeuw is een register van "Ridderwooninge ende Edelhoffsteden" bewaard gebleven, waarin StouIn dit register was bovendien vermeld dat het kasteel verwoest was en dat het eigendom was van Johan van Oldenbarnevelt. Door deze vermelding vermoeden we dat Johan geen nieuw huis heeft gebouwd. Wel wordt in 1619 vermeld, dat op het terrein een huis staat dat voor 200 Carolusguldens was verhuurd. Dit huis was waarschijnlijk de boerderij. Uit 1730 is een tekening bewaard gebleven van Cornelis Pronk. Hierop zien we een eenvoudig vierkante symmetrisch landhuis van één woonlaag; voorzien was van een schilddak en gelegen op een omgrachte heuvel. Deze omgrachting, die een ovale vorm had, komen we nog tegen op een militaire kaart uit ca 1790 en op de kadastrale minuut van 1832. Aan weerszijden van de bijgebouwen en voor het huis, lag een rond plein en in de tuin bevond zich een uitgebreid lanenstelsel, waarvan de Stoutenburgerlaan een onderdeel vormde. Als we het kadastrale minuutplan van 1832 aandachtig bekijken, dan moet het huis tussen 1730 en 1838 vergroot of vervangen zijn door een breder landhuis met op de hoeken torentjes. In of kort voor 1862 wordt dit huis met de arkeltorentjes afgebroken en vervangen door een groot paleisachtige landhuis in neogotische stijl. Zesentwintig jaar later werd dit paleisachtige huis afgebroken en vervangen door een nieuwe huis in neorenaissance-stijl. Dit huis kreeg ook weer torentjes op de hoeken. In de 20e eeuw is het huis nog verhoogd met een verdieping, waardoor de torentjes verdwenen, die het huis daarvoor nog enig aanzien gaven. In 1956 werd de Stoutenburgerlaan verlengd, waardoor deze over de oorspronkelijke plaats loopt, waar het kasteel en de eerste twee buitenhuizen gestaan hebben. |
Bewoners/Eigenaars |
1259 - na 1271 Wouter van Amersfoort Everard (I) van Amersfoort - 1316 Everard (II) van Amersfoort 1316 - 1317 bisschop Gwijde van Henegouwen 1317 - 1322 bisschop Frederik van Sierck 1325 - 1340 Arnoud van IJsselstein 1340 - 1346 Jan van Arkel 1346 - 1349 Hendrik van Vianen 1349 - 1352 Jan van Culemborg, heer van Woudenberg 1352 bisschop Jan IV van Arkel 1421 - 1427 Herman van Steenre 1427 - 1457 Frederik van Steenre 1457 - 1467 Rutger Gerrits, burger van Amersfoort ca 1495 Willem die Wijse - 1594 muntmeester Henrick van Dompselaer 1594 - 1619 Johan van Oldenbarnevelt 1637 - 1751 familie Van Beye 1751 - 1754 Cornelis en Henrik Pannekoek 1754 - 1793 Jan François Van Lilaar 1793 - 1819 Petrus Leonardus Heilmann en Lucia Theresia van Lilaar 1819 - 1821 Joseph baron Van Heilmann 1821 - 1833 Hendrik Oyens 1833 - 1861 Anthony Luden 1861 - 1874 Johannes Luden 1874 - 1920 Maria Suzanna Luden en Jean Henri Soulier 1918 - 1940 Herman C.J.C. van Stockum 1940 Johannes-stichting 1948 - 1991 Minderbroeder Franciscaner Orde 1991 Franciscaans Milieuproject 1997 Natuurmonumenten 2000 Het Utrechts Landschap |
Huidige doeleinden |
Het huidige huis is eigendom van het Utrechts Landschap en het wordt gebruikt als
Milieuklooster door leden van het Franciscaans Milieuproject.
(INFO) In 1956 werd de Stoutenburgerlaan verlengd, waarmee deze weg nu over de oorspronkelijke plaats van het kasteel en het 1e landhuis loopt. Wel is er nog een halfrond grachtfragment zichtbaar. |
Opengesteld | Het landhuis en landgoed (17 ha) zijn niet toegankelijk. |
Foto's |
|
Bronnen |
Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder
auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag. Kranteartikel in het Algemeen Dagblad van 10 maart 2006 Guy Dilweg, lid van het Franciscaans Milieuproject Historische Kring van Leusden Het Utrechts Landschap, natuurlijk hart van Nederland, Hans Brand en Jan Brand, St. Het Utrechts Landschap, 1990, 191 blz. Foto 1 t/m 3: uit eigen collectie Foto 4: Peter van der Wielen Foto 5 t/m 7: Jan Leemburg Afb. 1: boek: Provincie Utrecht, 1966 Afb. 2: Uit eigen collectie Foto 8 t/m 17: funda |