Lievendaal

Ligging Kasteel Lievendaal stond in de uiterwaarden van de Nederrijn, ten zuiden van de Nederstraat te Amerongen.

Tekening van Roelant Roghman uit 1646/7 vanuit het zuidoosten

Ontstaan In 1419 wordt gesproken over een hofstede terwijl in 1498 sprake is van een stenen huys.
Geschiedenis De oudste beleningen van het stuk land, waarop het kasteel Lievendaal stond, stammen uit de 14e eeuw. In 1386 wordt Johan de Wolf, na de dood van zijn vader Gijsbert, ermee beleend en in 1408 opnieuw, als Jacob van Abcoude, na de dood van Willem van Abcoude en Duurstede, de nieuwe leenman is geworden. Hierbij is er sprake van een "timmering", hoogstwaarschijnlijk een hofstede.
Willem van Abcoude en Duurstede had alleen bestaardzonen, vandaar dat zijn neef Jacob van Abcoude hem opgevolgd was. Bastaardzoon Jan van Driebergen wordt in 1419 door Jacob beleend met de hierboven genoemde hofstede en 10 morgen land. Mogelijk laat Jan het kasteel Lievendaal bouwen. Hij wordt in 1441 opgevolgd door zijn zoon Willem en als deze kinderloos sterft in 1453, door diens broer Anton. Gedurende vijtien jaar is het kasteel in bezit van Anton van Driebergen en zijn sterven wordt hij opgevolgd door zijn zoon Johan, die alleen dochters krijgt. Als hij in 1498 sterft, wordt zijn dochter Cornelia ermee beleend. In het leenboek wordt het kasteel dan omschreven als: "stenen huys mitter hoffstede myt allen synre tymeringe ende myt thien margen lantsz [...]".

Cornelia van Driebergen mocht een hele hoge leeftijd bereiken, want zij is gedurende tachtig jaar eigenaresse van het kasteel. Tijdens haar leven wordt het kasteel in 1536 door de Staten van Utrecht als ridderhofstad erkend. Door haar huwelijk met Gerrit van Lockhorst, had het echtpaar ook de beschikking over het kasteel Lockhorst en het kasteel Oud-Teilingen bij Warmond, waarvan de naam ook in Lockhorst was veranderd. Als zij in 1578 sterft, vererft Lievendaal op haar zoon Vincent van Lockhorst. Met haar sterft het geslacht Van Driebergen uit.
Vincent van Lockhorst trouwt met Anna van Schoonhoven en het echtpaar krijgt ook alleen dochters. Na het overlijden van Vincent in 1595, erft zijn derde dochter Geertruida, Lievendaal, maar haar echtgenoot, jonkheer Nicolaes van Mathenesse, wordt ermee beleend. Nicolaes sterft in 1628 en zijn zoon Cornelis wordt er namens zijn moeder "jonkvrouw van Hazerswoude van Lokhorst" ermee beleend. Na de dood van Geertruida, wordt Cornelis opnieuw met Lievendaal beleend. Acht jaar later, in 1638, verkoopt Cornelis van Mathenesse de ridderhofstad Lievendaal aan Adriaan Ploos van Amstel, ridder van St. Michiel, heer van Tienhoven, ‘t Gein, Jutphaas, Oudegein, Uthorst, Cudelstaart.

Slechts één jaar is Adriaan Ploos van Amstel heer van Lievendaal geweest; het kasteel was hoogstwaarschijnlijk toen al een ruïne. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Gerard, die Lievendaal veertien jaar later verkoopt aan Maria Hondeling. Zij was getrouwd met jonkheer Diederick van Eck van Panthaleon. In de akte van belening wordt Lievendaal als volgt omschreven: "een steenen huijs metter hoffstede ende met alle zijn timmeragie, metten neder werve, bomgaerden ende stegen, groot twee morgen, 67 3/4 vierkante roeden land, en tien morgen 573 roeden land hoogh ende leegh daeraen gelegen".
De kleinzoon van Maria Hondelings, Johan Willem van Panthaleon van Eck, sterft in 1688 kinderloos en zijn nalatenschap wordt voor 9300 gulden verkocht aan de eigenaar van het aangrenzende kasteel Amerongen: Godard Adriaan van Reede, heer van Amerongen, Ginkel, Elst en Woudenberg. Godard Adriaan had kasteel Amerongen laten herbouwen in de periode 1673 tot 1685, nadat het in het rampjaar 1673 door de Fransen was verwoest. Als hij in 1691 sterft, vererft Lievendaal op zijn zoon Godard van Reede, die 1e graaf van Athlone wordt. Tot en met de 8e graaf van Athlone, is deze ook heer van Lievendaal. Na de dood van George Godard Henry van Reede in 1843 vindt er een splitsing plaats en erft zijn zus, Elisabeth Maria van Reede, Lievendaal.
Met het overlijden van Elisabeth Maria van Reede in 1879, sterft de familie Van Reede uit en Lievedaal vererft dan op Godard John George Carel Bentinck, graaf van Aldenburg. Hij is een kleinzoon van haar tante Jacoba Helena van Reede Ginkel, die getrouwd is geweest met Jean Charles Bentinck. Godard Bentinck sterft in 1940 en zo ver ik weet vererfden zijn bezittingen op zijn oudste zoon Charles Arthur Reynoud William Godard Augustus Bentinck. Charles bleef echter ongetrouwd en met hem is het geslacht Bentinck in 1964 uitgestorven, omdat zijn andere drie broers morganatisch trouwden. Wel is het terrein nog steeds in bezit van zijn erfgenamen.

Zoals hierboven beschreven werd Jan van Driebergen in 1419 met Lievendaal beleend. Op het terrein stond waarschijnlijk niet meer dan een boerderij. Of Jan deze afgebroken en vervangen heeft door een kasteel of dat hij de boerderij verbouwd heeft is niet bekend. De oudste afbeeldingen die bewaard is gebleven van het kasteel, werden in 1646/7 gemaakt door Roelant Roghman. Het kasteel was toen al vervallen tot een ruïne, maar we kunnen ons toch wel een indruk maken van hoe het kasteel eruit heeft gezien.
Op de tekeningen van Roelant zien we dat het omgrachte kasteel uit twee tegen elkaar aangebouwde bouwdelen bestond, die ten opzichte van elkaar versprongen. Het kasteel telde waarschijnlijk twee verdiepingen. Aan de hand van een kaart uit 1597, waarop Lievendaal ook afgebeeld is, lijkt het kasteel voorzien te zijn geweest van tuitgevels of trapgevels. Lievendaal was ook nog voorzien van een omwalling en een voorburcht. De voorburcht lag ten noorden van het kasteel en alleen vanaf deze voorburcht kon men bij het kasteel komen. Op de voorburcht zien we een verhoogd terrein met daarop een T-vormig gebouw. Mogelijk woonde in dit gebouw, dat nog in tact lijkt, de kastelein.

Tussen 1597 en ca 1620 moet het kasteel in een ruïne veranderd zijn; in een lijst van ridderwoningen uit het begin van de 17>sup>e eeuw wordt het kasteel vermeld als "destrueert". Het is dan ook niet aannemelijk dat de eigenaren van het kasteel in de 17e eeuw nog in het kasteel gewoond hebben, mogelijk waren de bijgebouwen nog in gebruik.
Godard Adriaan van Reede was heer van Amerongen en hij kreeg de mogelijkheid om in 1688 de resten van Lievendaal te kopen. Er wordt wel beweerd dat de heer van Amerongen geen versterkt huis naast zijn huis duldde en dat hij daarom Lievendaal liet afbreken. Het kan ook goed zijn dat hij problemen voorzag met de jachtrechten, die nog tot de landerijen behorend bij het kasteel hoorden. Er is correspondentie bewaard gebleven tussen Godard Adriaan en zijn kleindochter Reinira van Reede. Hieruit blijkt dat het kasteel Lievendaal in 1690, tot op de funderingen na, werd gesloopt. Maar ook dat er weer opnieuw gebouwd werd, maar of dit een nieuw kasteel betrof of de bijgebouwen is niet duidelijk.
Zowel Reinira als Margaretha Turnor, de vrouw van Godard Adriaan, vermelden in bewaard gebleven brieven, dat er gewacht wordt op hout uit Amsterdam, bestemd voor Lievendaal. Zo schrijft Reinira op 25 juni 1690 aan haar grootvader: "Henderick de Boode heeft mijn geseijt wat van U.H. Edele orders zijn omtrent het maecke van dat huijs'. En ongeveer een jaar later schrijft zij: "Ick geloove dat U.H. Edele oock wel goet sal vinden dat het groote kruijsraemt nu wort ingemetselt, het geene dan met den Eerste moet gescheiden, maer sal heir op U.H. Edele orders af wachten". Niet lang daarna is Godard Adriaan overleden. Hij overleed in Kopenhagen op 9 oktober 1691 en is het goed mogelijk dat daarmee de verdere herbouw van het kasteel werd stopgezet.

Wat van het vroegere kasteel rest zijn het omgrachte terrein, met mogelijk nog de funderingen in de grond. Het goed lievendaal strekte zich, volgens de Gaesbeekse leenregisters en diverse aktes van belening in het huisarchief van kasteel Amerongen, uit van de zogeheten "Spijckdijk" tot aan de "ghemenen weg" of "Heerenwegh". Hiermee wordt de tegenwoordige straten Nederstraat en Zandvoort bedoeld. Langs deze twee straten staan nu gebouwen die uit de 17e tot de 20e. Het is goed mogelijk dat het gebouw op de hoek tussen de Nederstraat en de Zandvoort, dat uit 1659 dateert, een restant is van de vroegere bijgebouwen van het kasteel.
Daarnaast bevindt zich ter hoogte van de vermoedelijke vroegere toegangsweg tot het kasteel, een stuk 16e- of 17e-eeuws muurwerk. Dit is mogelijk een restant van de oude ommuring van het terrein.

Bewoners - 1386 Gijsbert de Wolf
1386 - 1419 Johan de Wolf (zoon)
1419 - ca 1441 Jan van Driebergen
ca 1441 - 1453 Willem van Driebergen (zoon)
1453 - 1468 Anton van Driebergen (broer)
1468 - 1498 Johan van Driebergen (zoon)
1498 - 1578 Cornelia van Driebergen (dochter), getrouwd met Gerard van Lockhorst
1578 - 1595 Vincent van Lockhorst (zoon)
1595 - 1630 Geertruida van Lockhorst (dochter), getrouwd met jonkheer Nicolaas van Mathenesse
1630 - 1638 Cornelis van Mathenesse (zoon)
1638 - 1639 Adriaan Ploos van Amstel
1639 - 1653 Gerard Ploos van Amstel
1653 - 1655 Maria Hondeling, gehuwd met jonkheer Diederick van Eck van Panthaleon
1655 - 1676 Diederick van Eck van Panthaleon (zoon)
1676 - 1688 Johan Willem van Panthaleon van Eck (neef)
1688 - 1691 Godard Adriaan van Reede
1691 - 1702/3 Godard van Reede, 1e graaf van Athlone (zoon)
1702/3 - 1719 Frederik Christiaan van Reede, 2e graaf van Athlone (zoon)
1719 - 1736 Godard Adriaan van Reede, 3e graaf van Athlone (zoon)
1736 - 1747 Frederik Willem van Reede, 4e graaf van Athlone (broer)
1747 - 1808 Frederik Christiaan Reinhart van Reede, 5e graaf van Athlone (zoon)
1808 - 1810 Frederik Willem van Reede, 6e graaf van Athlone (zoon)
1810 - 1823 Reynoud Diederik Jacob van Reede, 7e graaf van Athlone (broer)
1823 - 1843 George Godard Henry van Reede, 8e graaf van Athlone (zoon)
1843 - 1879 Elisabeth Maria van Reede (zus)
1879 - 1940 Godard John George Carel graaf van Aldenburg Bentinck
1940 - 1964 Charles Arthur Reynoud William Godard Augustus Bentinck
1964 erven familie Bentinck

Huidige doeleinden Het kasteelterrein is nog te herkennen aan de grachten, die nog steeds gevuld zijn met water. Binnen deze grachten bevindt zich een heuvel, waarop het kasteel gestaan heeft. Mogelijk zijn de funderingen nog in de grond aanwezig.
Op de hoek Nederstraat/Zandvoort staat een gebouw met daarop het jaartal 1659, mogelijk is dit één van de bijgebouwen geweest.
Opengesteld Het kasteelterrein is vrij toegankelijk.
Foto's Tekening van Roelant Roghman uit 1646/7 vanuit het noordwesten
Bronnen Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag.
Afb. 1: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995
Afb. 2: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995