De Liesbosch

Ligging Deze buitenplaats lag aan de Oostzijde van de Vaartsche Rijn, 200 m ten noorden van de A12 in Laagraven binnen de gemeente Utrecht.

Foto van het huis in 1923

Ontstaan Vanaf 1658 koopt de steen- en tegelbakker Adriaen van Oort verschillende stukken land onder Laagraven langs de Vaartsche Rijn. Het is niet precies duidelijk wanneer het huis gebouwd werd. Dit drassige terrein wordt omschreven als, 'waar lies en bies' groeiden.
Geschiedenis Het is niet precies duidelijk of Adriaen van Oort, die in 1668 ook eigenaar van Rotsoord is geworden, al in 1659 op het een jaar eerder gekochte terrein al deze buitenplaats laat bouwen of dat zijn jongste zoon de bouw van het huis op zich heeft genomen.
Het huis bestond uit een vierkant middengedeelte met een hoog piramidedak met een centrale schoorsteen. Aan dit gedeelte waren twee zijvleugels gebouwd. In de oostelijke vleugel was een botenhuis onder gebracht.
Na het overlijden van Adriaen in 1676, komt De Liesbosch in bezit van zijn jongste zijn Gerardus, die enkele jaren eerder al de steenfabriek en een daarbij behorend huis aan de Twijnstraat in Utrecht over had genomen van zijn vader. Als Gerardus in 1717 sterft in het huis aan de Twijnstraat, vererft het huis en de tegelfabriek op zijn kinderen: Isaacq en Anna van Oort. Bij het overlijden van Isaacq in 1734 wordt het huis getaxeerd op 6000 gulden en bestaat in zijn geheel uit 33 morgen land. In 1736 verkoopt zijn jongste dochter Anna de tegelfabriek aan mr. Cornelis Anthony van Wachendorf, die getrouwd is Adriana Catharina van Oort. Adriana Catharina is één van de vijf dochters van de in 1716 overleden broer van Anna. In 1751 sterft Anna en komt ook het huis in bezit van dit echtpaar.
Dit echtpaar maakt van De Liesbosch een lustoord. Door een vriend, Gerard Muyser, die dichter is, wordt een lofdicht op het huis gemaakt in 67 coupletten. In 1754 sterft Adriana Catharina en haar echtgenoot sterft 3 jaar later. Het echtpaar had twee kinderen, waarvan de zoon bij het overlijden van Cornelis Anthony van Wachendorf nog minderjarig is.

In 1758 wordt De Liesbosch via een advertentie te koop aangeboden. Het huis met alle toebehoren wordt gekocht door Cornelia Johanna van Ravestein; zij is een telg uit een steenbakkersfamilie en weduwe van Cornelis Nagtglas Jansz. Voor het huis en 19 morgen grond is zij in totaal 5750 gulden kwijt. Zij laat het bos rooien en de vijvers en sloten dempen voor de bouw van twee steenovens met loodsen.
Daarnaast laat ze ook het huis moderniseren, door er een blokvormig gebouw omheen te bouwen, met zes ramen in de voorgevel en vijf ramen in de zijgevel. Zij geeft het daarna als huwelijksgeschenk aan haar zoon Jan Nagtglas, als hij trouwt met Jacoba Versteeg. Het huwelijk duurt echter heel erg kort, want in 1761 sterft Jan en laat zijn weduwe achter met 2 kleine kinderen. 10 maanden later hertrouwd ze en wel met Jacobus Johannes Ravenstein.

Opnieuw wordt het huis publiek verkocht en wel in 1799. De nieuwe eigenaar wordt Willem Jacob van der Graaff, oud gouverneeur van Ceylon. Hij heeft waarschijnlijk de tuin om laten vormen in een Engelse landschapstuin.
De economische crisis als gevolg van de Franse overheersing blijft De Liesbosch ook niet bespaard. In 1808 wordt het huis voor 27.000 gulden gekocht door Jhr. Willem Carel Pieter de Geer van Oudegein. Deze jonkheer is ook eigenaar van de ridderhofstad Oudegein, waarop hij in 1808 een hypotheek neemt van 30.000 gulden. Het gaat hem financieel heel slecht, want in 7 jaar tijd ziet hij zich genoodzaakt nog 5 hypotheken af te sluiten met een totale waarde van 35.300 gulden! In 1816 ziet hij geen brood meer in De Liesbosch en de steenbakkerij en hij verkoopt het geheel voor minder dan de helft van de prijs (f. 13.300).
In 1856 vindt er weer een opleving plaats als het huis en de fabriek worden gekocht door Willem Jan Mijnlieff, ook eigenaar van de Utrechtse Faience Tegelfabriek op het terrein van Rotsoord. De fabriek blijft bestaan tot de dood van zijn zoon Jan Willem Mijnlieff in 1937. Vanaf dat jaar komt ook het huis leeg te staan. In 1941 wordt de inboedel en overige roerende goederen verkocht en 7 jaar later valt het huis onder de slopershamer.
In 1904 werd nog een gedeelte van het terrein verkocht aan de scheepswerf van de gebroeders Fernhout. Dat bedrijf krijgt de naam 'De Liesbosch'.
Bewoners 1658 - 1676 Adriaen van Oort
1676 - 1717 Gerardus van Oort
1717 - 1751 Isaacq van Oort (sterft in 1734) en Anna van Oort
1751 - 1757 Anthony van Wachendorf en Adriana Catharina van Oort
1758 Cornelia Johanna van Ravestein
1758 - 1761 zoon Jan Nagtglas en Jacoba Versteeg
1761 - 1799 Jacoba Versteeg, die hertrouwd met Jacobus Johannes Ravenstein
1799 - 1804 Willem Jacob van der Graaff
1804 - 1808 Frederik Jacob van der Graaff
1808 - 1816 Jhr. Willem Carel Pieter de Geer van Oudegein
1816 - 1855 George Lodewijk Lepeltak, gehuwd met Anna Jacoba Schele
1856 Gideon Mari van de Graaf en Josephus Livinius van Toll
1856 - ca 1900 Willem Jan Mijnlieff
ca 1900 - 1937 Jan Willem Mijnlieff
Huidige doeleinden De gevelsteen met daarop het jaartal 1659 is bewaard gebleven en bevindt zich in het Centraal Museum.
Verder herinneren alleen een straatnaam in Utrecht en een zwembad aan dit eens zo fraaie buitenhuis.
Opengesteld
Foto's Detail van een kopergravure van De Liesbosch door J.C. Philips (1754) De volledige kopergravure door J.C. Philips
Bronnen Tekst: Buitens in Utrecht, 1982
Foto 1: Jan Schut, Jutphaas zoals het was, 1996
Afb. 1: Collectie Historisch Kring van Nieuwegein
Afb. 2: Van Ridderhofstad tot Buitenplaats. De geschiedenis van kastelen, buitenplaatsen en hun bewoners rondom het Gein