Ligging |
Deze buitenplaats stond aan de Lambalgseweg (nr. 154) in de gemeente
Woudenberg. |
Andere benaming | Beekhorst |
Etymologie | De betekenis van de naam Lambalgen is moeilijk te achterhalen. Wel weten we dat balg van het Oud-Germaanse woord "bhelgh" komt, dat zandige verhoging in water of moeras betekent. Lam is waarschijnlijk niet van de dierennaam afkomstig, maar mogelijk van lam, in de betekenis van niet-meer-werkzaam-zijn. Lambalgen zou dan ontstaan kunnen zijn op een verhoging in een niet meer stromende zijarm van een rivier. |
Ontstaan | De naam Lambalgen komen we voor het eerst tegen in 1415. |
Geschiedenis |
Van oorsprong stond er op Lambalgen een boerderij. In de loop der tijd kwamen daar
twee boerderijen bij. Om onderscheid te kunnen maken tussen deze boerderijen, werden
ze Groot-, Klein- en Lutteke Lambalgen genoemd. Deze benamingen komen we voor het
eerst tegen in 1719. Wanneer er op het landgoed een herenhuis gebouwd is, is niet bekend. Op een kaart van Justus van Broekhuyzen uit 1717, waarop we "de Ambachts Heerlikheijd van Woudenberg" afgebeeld zien, zien we dat het huis inclusief de boerderij Groot-Lambalgen omgracht was. Wanneer het Huis Lambalgen gebouwd werd, is niet bekend. Bij de verkoop van Lambalgen in 1646 is voor het eerst sprake van een herenhuis. Erg groot was het niet en bovendien moest Lambalgen per openbare veiling verkocht worden, omdat er enorme schulden op het huis rustten. Via vererving komt het huis via de familie Van Moutwijk in de familie Ruijsch van Pijlsweert. Hendrick Ruijsch van Pijlsweert, was eigenaar van Pijlsweert, het halve goed Weerdenburg en de boerderij Oudenhorst. Via zijn vrouw, Maria Dirksdr van Moutwijk, werd hij ook nog eigenaar van Lambalgen. Zijn vader was burgemeester van Utrecht en zijn moeder heette Catheryne van der Borch. Hun zoon Jan erfde Pijlsweert en Lambalgen en trouwde Walravina van Soudenbalch. Ook de familie Soudenbalch was een belangrijke familie uit de stad Utrecht. Na de dood van zijn zus Bertha ontving hij ook nog het halve goed Weerdenburg. Bij zijn dood in 1603 laat hij vele schulden na. Erfdochter is zijn kleindochter Maria Ruijsch, die in 1610 trouwt met jonker Walraven van Arkel. Binnen 10 jaar tijd neemt hij 3 hypotheken op het Huis Lambalgen met een totale waarde van 26.000 gulden. Omdat hij deze schulden niet meer kan aflossen, wordt Lambalgen in 1646 executoriaal verkocht. Zijn vrouw Maria hoefde dit gelukkig niet mee te maken, want ze was dat jaar ervoor overleden. Het landgoed Lambalgen wordt dan voor f. 28000,- gekocht door Pieter de Gruyter. waarschijnlijk heeft de familie de Gruyter nooit op Huize Lambalgen gewoond, omdat ze wijnkopers in Utrecht waren. Vanaf 1696 wordt het huis zelfs verhuurd. Tot 1812 blijft het huis in deze familie, waarna ze het landgoed voor f. 54.600,- verkopen aan Johann Wilhelm Gülcher. In 1812 komen we bij de verkoop een beschrijving van het huis tegen. Erg groot is het niet, want het beschikt slechts over vier benedenkamers en twee op de eerste verdieping, een keuken en een zolder. Johann Wilhelm Gülcher laat het huis vervangen of verbouwen tot het huis dat er stond tot het jaar 1953. Johann Wilhelm, die overigens zijn hele leven vrijgezel is gebleven, vond waarschijnlijk de naam van het huis niet mooi en veranderde deze in Beekhorst. Nadat hij in 1835 in Duitsland tot Freiherr verheven is, vertrekt hij in 1843 naar het kasteel Appeldorn in Duitsland. Al zijn bezittingen in Nederland laat hij dan veilen. De nieuwe eigenaar wordt Dirk Clasinus Johannes Harmsen uit Amerongen. Volgens de beschrijving, die bij deze verkoop was opgesteld, bestond "de Heerenhuizingen Beekhorst [uit] zes benedenkamers, een ruime vestibule, benevens 3 bovenkamers, zolders en drie domestiquen kamers (=kamers voor het personeel), ruime keuken, kelders en verdere gemakken". De heer Harmsen, die lid is van de Provinciale Staten van Utrecht, verandert de naam van het huis weer in Lambalgen. De familie heeft echter nooit in het huis gewoond, maar verhuurde het. Na de dood van Dirk Harmsen wordt het huis opnieuw geveild. Het wordt dan voor maar liefst f. 1.035.585,- gekocht door Mr. Herman Royaards. Via de familie Van Citters komt het huis in 1933 in bezit van de familie Patijn, die nog steeds eigenaar is van het landgoed. Sinds begin februari 1953 woonde het gezin Keijzer uit Stellendam, dat aan de watersnoodramp was ontkomen, samen met nog 20 gerepatrieerden uit de Molukken, in het huis. Op 16 februari was het erg koud en er werd flink gestookt. Plotseling breekt er echter 's morgens vroeg brand uit op de bovenverdieping aan de voorzijde. Het vuur slaat al snel over naar de achterzijde en het dak. Brandweerlieden uit Scherpenzeel, Barneveld en Woudenberg helpen de brand te blussen. Om een uur of één leek alles geblust en de brandweer ging naar huis. Een uur later brak opnieuw brand uit en uiteindelijk brandde het huis volledig af. De bewoners moesten elders worden ondergebracht. Later werd het gehele huis gesloopt. De fundamenten van het huis zijn nog in de grond aanwezig. Onder het huis bevond zich een waterkelder, waarin de heer H. Gerritsen in 1991 met zijn trekker wegzakte. In deze kelder werd het regenwater opgevangen, dat o.a. werd gebruikt voor het planten water geven. Alleen het koetshuis is nog jaren blijven staan en werd door de familie Patijn gebruikt als vakantiewoning. Later werd deze toch afgebroken en vervangen door een nieuw vakantiehuis. De toegangshekken van Lambalgen, bestaande uit hardstenen zuilen met een ijzeren hek, zijn bewaard gebleven. Het vermoeden bestaat dat dit hek afkomstig is van een buitenplaats langs de Vecht. Dit zou goed kunnen, want in het begin van de 19e eeuw werden vele buitenplaatsen langs de Vecht afgebroken. In 1990/1 werd er door de RAAp een onderzoek uitgevoerd op het terrein, daarbij zijn geen duidelijke resten gevonden betreffende een versterkt laat-middeleeuws |
Bewoners/eigenaren |
- 1517 Hendrik van Moutwijk 1517 - na 1536 Dirk van Moutwijk - 1583 Maria van Moutwijk, getrouwd met Hendrik Ruijsch van Pijlsweerd 1583 - ca 1589 Jan Ruijsch van Pijlsweert, getrouwd met Walravina van Soudenbalch ca 1598 - 1595 Jan Ruijsch van Pijlsweert jr 1599 - 1645 Maria Ruijsch, getrouwd met jonker Walraven van Arkel 1645 - 1646 jonker Walraven van Arkel 1646 Pieter de Gruyter - 1704 Bartholomeus de Gruyter, getrouwd met Maria Specx 1704 - 1741 Bartholomeus de Gruyter 1741 - 1783 Elisabeth de Gruyter 1783 - 1812 Anna Elisabeth de Gruijter, getrouwd met Louis Lucas Bols vanaf 1696 werd het Huis Lambalgen verhuurd 1696 Hieronymus van Ysselt, huurder 1722 Henricus Verwey, huurder 1805 de heer H. de Bie, huurder 1808 de heer G. Engelbert, huurder 1812 de heer Schuylenburg, huurder 1812 - 1843 Johann Wilhelm Gülcher 1843 Dirk Clasinus Johannes Harmsen 1843 - 1850 Martinus Joan Calkoen, bewoner Mr. Herman Royaards Wilhelmina Sophia Royaards, getrouwd met Schelto van Citters 1933 Sara Maria van Citters, getrouwd met Constantijn Leopold Patijn familie Patijn |
Huidige doeleinden | Het landgoed Lambalgen is nu een agrarisch gebied. Alleen een toegangshek is bewaard gebleven. |
Opengesteld | Het landgoed is niet toegankelijk. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: De
Vereniging "Oud Scherpenzeel" Archeologische kroniek van de Provincie Utrecht, 1990-1991 Foto 1: Uit eigen archief Foto 2 en 3: Jan Leemburg |