Ligging |
De buitenplaats lag op de linker oever van de Angstel in Baambrugge,
gemeente De Ronde Venen.
|
Andere benaming | IJpenburgh |
Ontstaan | Het huis werd voor 1685 gebouwd. |
Geschiedenis |
In 1685 komen we in de lijst van huisgeld als eigenaar van deze buitenplaats de naam
Van Naerden tegen. Deze Mr. Dirck van Naerden was in 1680 voor de tweede of derde
keer getrouwd en wel met Elisabeth den Otter. De familie Van Otter was een oud
Amsterdams geslacht van kooplieden. Wanneer deze Dirck de buitenplaats liet bouwen is niet duidelijk. Voor 1672 stond op de plaats van de buitenplaats al een boerderij, die in het Rampjaar door de Franse troepen werd verwoest. Op een kaart uit 1677 van Nicloaas Visscher komt de buitenplaats nog niet voor, maar dit hoeft niet te betekenen dat de het huis toen nog niet gebouwd was. Op een verbeterde kaart uit 1702 door de weduwe van N. Visscher komen we de buitenplaats wel tegen. In totaal staan er 50 buitenplaatsen meer op deze kaart van de Vecht dan die uit 1677, dus het zou heel goed kunnen, dat de eerste kaart gewoon nog niet zo gedetailleerd uitgevoerd werd. Dirck van Naerden had al een dochter uit een eerder huwelijk en Dirck en Elisabeth kregen zelf nog 3 kinderen. Wanneer Dirck overleden is, is niet bekend. In een hypotheekacte uit 1688 voor de ten zuiden van Ipenburg gelegen boerderij, wordt hij als eigenaar genoemd van het er ten noorden van gelegen Ipenburg. In de acte lijkt het erop, dat er Sa. (saliger) achter vermeld staat. In elk geval was hij in 1694 overlden, en blijft Elisabeth den Otter met haar kinderen op Ipenburg wonen. Later trok waarschijnlijk ook haar schoonzus, Christina Hagen, weduwe van Nicolaes van Naerden, broer van Dirck, bij haar in. In 1721 verkoopt Elisabeth de buitenplaats aan Nicolaas Moolenaar, die koopman te Amsterdam was. In 1722 koopt hij aan de andere zijde van de Vecht een stuk land tussen Meerleveld en Langverswegen van Hugo Dierten Laegland. Op dit perceel liet Nicolaas een stalling bouwen voor zijn rijtuig, waarmee hij naar Amsterdam kon rijden. Dit perceel kon hij bereiken met "de pont, daar men mede overvaert." Deze pont is er nog steeds! Door de heer Molenaar wordt de buitenplaats flink verfraaid; dit blijkt wel uit een omschrijving van de buitenplaats in een hypotheekacte uit 1738: "Hofstede of Buijtenplaats met zijn Heeren Huijsinge, Stallingen, Koetshuijs, Plantagiën, Thuinen, Boomgaarden, Beelden en Ornamenten, met de Landerijen daarbij en aanbehorende en hetgeen daarop ende inne aard en nagelvast is, benevens ook de Stallinge en Thuijntje tegenover de voorn' Buijtenplaats, alles en te samen groot omtrent negenthien morgen". Na het overlijden van Nicolaas Moolenaar in 1732, erft zijn dochter Deliane het huis. Na 8 jaar verkoopt zij het huis, waarna een periode aanbreekt, waarin het huis vaak van eigenaar wisselt: tussen 1740 en 1778 is het eigendom van 5 Amsterdammers. In 1748 vinden we als eigenaar van Ipenburg Pieter van Buytene, die getrouwd was met Maria van Spyk. Pieter is Rooms-Katholiek en zijn echtgenote kerkt in de Hervormde Kerk van Abcoude. Zowel Pieter, die op 10 maart 1762 sterft, als Maria worden uiteindelijke begraven in de Hervomde Kerk van Abcoude. Een grafsteen herinnert hier nog aan. In 1778 komt Ipenburg in bezit van mej. Anna Cornelia Pauw. De zomermaanden verbleef zij mogelijk op het buiten en in de wintermaanden woonde ze aan het Damrak te Amsterdam. Daar woonde ze ook toen ze in 1807 overleed. Gedurende de periode 1807 tot 1821 is het eigendom van de Schout van Abcode en een notaris te Rinsumageest (Friesland). Het huis wordt dan verhuurd aan verschillende personen. In 1820 wordt het huis gehuurd door Jacques Marc Fraissinet, die tegen het einde van 1820 het huis van de twee eigenaren probeert de kopen. In 1821 is hij de eigenaar van het geheel, maar besluit hetzelfde jaar nog het huis weer te verkopen. De nieuwe eigenaar wordt Jean Pierre Wilhelm Perez, die rentenier is. Gedurende 7 jaar is de buitenplaats weer in oude glorie hersteld, om vervolgens voor f. 15.135,- verkocht te worden aan Jan van Wees, die boer is. Deze Jan is ook eigenaar van de ten noorden van Ipenburg gelegen boerderij. Waarschijnlijk wordt door hem deze boerderij afgebroken en de buitenplaats omgebouwd tot boerderij. Hiermee eindigt het bestaan van de buitenplaats Ipenburg. Voordat Ipenburg gebouwd werd, werd het terrein eerst flink opgehoogd, waardoor de hoofdverdieping zich op de onderste woonlaag bevindt, dit in tegenstelling tot veel andere huizen, waarbij de hoofdverdieping zich boven de onderste woonlaag bevindt. |
Bewoners |
1684 - 1694 Mr. Dirck van Naerden 1694 - 1721 Elisabeth den Otter, weduwe van Dirck 1721 - 1732 Nicolaas Moolenaar (koop) 1732 - 1740 Deliana Moolenaar, getrouwd met Hendrik de Jager (vererving) 1740 - 1741 Hermanus Wijnnoltz (koop) 1741 - 1748 Hendrik Hooft Gerritszn. (koop) 1748 - 1762 Pieter van Buytene (koop) 1762 - 1770 Jacob van Zeiler (koop) 1770 - 1778 Johannes van Seppenwolde (koop) 1778 - 1807 Mejuffrouw Anna Cornelia Pauw 1778-1807 (koop) 1807 - 1818 Nicolaas van Voorthuijsen en Gerrit Rinzes Voormeulen (veiling) 1818 - 1820 Gerrit Rinzes Voormeulen en Rintze Poort (koop) 1820 - 1821 Jacques Marc Fraissinet (koop) 1821 - 1828 Jean Pierre Wilhelm Perez (veiling) 1828 - 1870 Jan van Wees (veiling) 1870 - 1905 Keetje van Wees, getrouwd met Elbertus Miltenburg (vererving) |
Huidige doeleinden | Van het huis is niets meer terug te vinden. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: ir. D.L.H. Slebos, Drie verdwenen Buitenplaatsen aan de Angstel te Baambrugge,
De bewoners en hun buren in: jaarboekje 1998 van het oudheidkundig genootschap
Niftarlake, blz. 49 - 85 ir. D.L.H. Slebos, Ipenburg, in: jaarboekje 1989 van het oudheidkundig genootschap Niftarlake, blz. 42 - 55 Afb. 1: Jaarboekje 1998 van het oudheidkundig genootschap Niftarlake |