Ligging
|
Ten oosten van De Bilt, Holle Bilt 22.
|
Ontstaan
|
Van oorsprong stond op deze plaats een boerderij, die behoorde van de
bezittingen van het klooster Oostbroek. De naam komen we voor het eerst tegen
in 1630. Van een bescheiden 'herenoptrek' is voor het eerst sprake in 1660.
|
Geschiedenis
|
De eigendommen van het klooster Oostbroek vervielen na de Reformatie aan de
Staten van Utrecht, die deze goederen ging verkopen. Zo is de boerderij in
1630 bewoond door Aelbert Gijsbertsz in 't Veld. Deze boerderij stond op de
plaats van de huidige rechterzijvleugel. Bij de boerderij hoorde 19 morgen
grond.
In de archieven komen we een Marc Mamuchet tegen, die getrouwd was met de
'erfvrouwe van Houdringe'. Hun zoon Jan Mamuchet is in 1630 eigenaar, maar
het is niet precies duidelijk hoe hij eigenaar geworden is, mogelijk heeft
hij het van zijn moeder geërft. Zuidelijk van de boerderij laat deze Jan
rond 1660 een bescheiden 'herenoptrek' bouwen. Een gedeelte van de
funderingen hiervan zijn in het voorterrein teruggevonden.
Het bescheiden verblijf wordt rond 1724 vervangen door weer een ander
bescheiden huis, dat tegen de westgevel van de boerderij wordt aangebouwd.
In 1779 is de boerderij een bouwvallig geheel geworden en wordt dan door
Jan Jacob van Westreenen vergroot en verfraaid tot huidige aanzien.
Vermoedelijk heeft hij de opdracht hiertoe gegeven aan de amsterdamse
bouwmeester Abraham van 't Hart. Ook de tuin aan de voorzijde stamt uit
die periode.
De rest van de tuin werd in 1824 veranderd in een landschapstuin.
na het overlijden van de weduwe van Jhr. Fabricius, werd in 1888 opnieuw
begonnen met een grootscheepse verbouwing, waardoor het huis beter
bewoonbaar werd. Door de aanbouw van een toren aan de westzijde, werd het
kasteelachtige uiterlijk van het huis enorm versterkt. In deze toren werd
op de bovenste verdieping een grote watertank geplaatst, om de beschikking
te krijgen over stromend water.
In 1953 vertrekt A.M.A. baron van Boetzelaer van Wolferen en Loenen en daarmee
eindigt de particuliere bewoning. Een jaar later verkoopt hij het landgoed
aan de Stichting Het Utrechtse Landschap, die op hun beurt het huis met
naaste omgeving verkopen aan de Grontmij. Dit bedrijf heeft het pand
gerestaureerd en heeft er nu zijn kantoor in gevestigd.
Inmiddels is de toren weer afgebroken, zodat het huis weer herinnert aan
het oude Houdringe.
Tegenwoordig heeft het huis met bijgebouwen een H-vormige plattegrond.
Deze vorm heeft het huis gekregen na verbouwing en uitbreiding van de
vroegere bijgebouwen. Daarvoor had het namelijk een U-vvormige plattegrond,
met de opening naar het zuiden. Het hoofdgebouw domineerde toen sterk het
geheel. In de zijvleugels waren de stallen, een koetshuis en dienstwoningen
ondergebracht.
|
Bewoners
|
ca 1619 Marc Mamuchet
1630 - 1675 Jan Mamuchet
1675 - 1720 Jan Frederik Mamuchet
1720 - 1740 Johan Frederik Mamuchet
1740 - 1769 Johanna Catharina Mamuchet, getrouwd met Jan Jacob van Westrenen
1769 - 1788 Frederik Jan van Westrenen
1788 - 1842 Pieter Hieronymus van Westrenen
1842 - 1881 Jhr. Johan Carel Willem Fabricius, heer van Leyenburg
1881 - 1887 Adriana Wilhelmina Clara Hooft, weduwe van Jhr. Fabricius
1888 - 1953 familie Van Boetzelaer
1954 Grontmij BV
|
Huidige doeleinden
|
Het gebouw is in gebruik als kantoor.
|
Opengesteld
|
Alleen de tuin is toegankelijk.
|
Foto's
|
|
Bronnen
|
Tekst: Historische Kring van De Bilt
J.W.H. Meijer, Kleine Historie van de Bilt en Bilthoven, Uitg. Reinders,
Bunnik, 1995
Afb. 1: Uit eigen collectie
Foto 1: Caroline Raat
Afb. 2: J.W.H. Meijer, Kleine Historie van de Bilt en Bilthoven, Uitg. Reinders,
Bunnik, 1995
|