Ligging |
Het kasteel stond halverwege Montfoort en Linschoten, 80 m ten oosten van de
weg.
|
Ontstaan | Het kasteel is tussen 1320 en 1326 gebouwd. |
Geschiedenis |
Aan het begin van de 14e eeuw komen we onder de lenen van de graaf van
Holland een stuk grond tegen, dat Heulland werd genoemd en drie morgen groot was.
Het werd in leen gegeven aan Jan van der Heulen. Na de dood van Jan, verviel het
leen weer aan de graaf, die het vervolgens in 1320 in leen gaf aan Roelof de
Rover. Roelof kreeg de opdracht om er drie morgen grond bij te kopen en er een
"steenhuus" op te zetten. In 1326 koopt Roelof twee morgen grond in plaats van
drie en gaat het geheel van vijf morgen plus kasteel Heulestein heten; wel moest
Roelof zijn huis altijd aan de graaf ter beschikking stellen. Vanaf 1319 pacht Roelof de jurisdictie en de tienden van het gerecht Linschoten van het kapittel van Oudmunster, zodat hij zowel een kasteel als een machtsgebied bezat. Roelof was een broer van Zweder I, burggraaf van Montfoort. De broers kwamen rond 1320 tegenover elkaar te staan, doordat Zweder I de kant van de bisschop van Utrecht koos en Roelof de zijde van de graaf van Holland. Zweder was het niet eens met de machtsuitbreiding van Holland in het Sticht en de graaf verklaarde hem de oorlog en stuurde een bezetting naar Montfoort onder leiding van Roelof de Rover. In 1321 verbood de graaf van Holland aan Zweder om wraak te nemen op zijn broer. De zoon van Zweder, Hendrik II, was Hollands gezind, waardoor later de verhouding tussen Heulestein en Montfoort zich verbeterde. In 1342 stelt Roelof zijn testament op, waarin hij onder andere laat opnemen, dat hij bij de kerk van Linschoten begraven wil worden, maar het is de vraag of dat wel gebeurd is. In 1345 neemt hij deel in het leger van graaf Willem IV voor een veldtocht naar Friesland. Bij de slag bij Warns sneuvelen Roelof en twee zoons van zijn broer Zweder I: Jan I, burggraaf van Montfoort (hij was zijn broer Hendrik II opgevolgd) en Willem de Rover van Montfoort van der Nesse, die kasteel Te Nesse gesticht had. Hendrik de Rover van Heulestein, de zoon van Roelof, raakte tijdens de veldslag zwaar gewond, maar hij genas en volgde zijn vader op. De drie geesneuvelden en hendrik de Rover, staan afgebeeld op een 14e-eeuwse gedachtenistafel van de heren van Montfoort, die in bezit is van het Rijksmuseum. Mogelijk heeft Hendrik opdracht gegeven deze gedachtenistafel te vervaardigen. Evenals zijn vader probeerde Hendrik een onafhankelijke positie in te nemen tussen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht. Dit leverde echter grote conflicten op met de bisschop van Utrecht en had tot gevolg, toen de burggraaf van Montfoort samen met de heren van Culemborg en Vianen plunderingen had uitgevoerd op het grondgebied van de bisschop, de bisschop een leger naar Montfoort stuurde, waarbij ook kasteel Heulestein belegerd werd. Nadat de verdedigers zich hadden over gegeven, werd het kasteel afgebroken, maar niet lang daarna weer opgebouwd. Hendrik de Rover van Heulestein had echter geen nakomelingen, zodat na zijn dood in 1361, het kasteel in bezit komt van zijn zus Hadewich. De rechtsmacht over Linschoten kwam echter in bezit van Gerrit van Polanen, wonende op kasteel Wulverhorst. In de tijd dat Hadewich eigenaresse van Heulestein was, waren Holland en het Sticht van 1373 tot 1375 in oorlog met elkaar, waarbij Heulestein als "open huis" diende voor de graaf van Holland. Op 12 september 1374 verbleef de graaf zelf op het kasteel, terwijl een Hollandse bezetting vanaf die maand tot maart 1375 permanent op het kasteel aanwezig was. Ondertussen toonde de burggraaf van Montfoort veel belangstelling voor Heulestein; hij sprak met Hadewich en haar tweede echtgenoot af, dat, als ze het kasteel zouden gaan verkopen, dat hij dan als eerste als koper in aanmerking kwam. Zweder II sterft in 1375. Vanaf 1376 wordt Heulestein bewoond door Jan van Zuylen, een zoon uit haar eerste huwelijk. Dit gebeurde blijkbaar niet in overleg met zijn moeder en stiefvader, want zijn moeder en Wouter van IJsendoren beschuldigen de burggraaf ervan hiertoe haar zoon Jan te hebben aangezet. Dit wordt echter bestreden door burggraaf Hendrik III van Montfoort, die na bijlegging van het conflict, wel voor elkaar kreeg dat Jan van Zuylen beloofde het kasteel over te dragen aan een broer van de burggraaf, Hubrecht geheten. Dit vindt in 1381 plaats en drie jaar later wordt toch de burggraaf beleend met Heulestein. Vanaf dan blijft het leen in bezit van de burggraaf van Montfoort tot het jaar 1648. Hendrik III wordt in 1402 opgevolgd door zijn zijn zoon Jan II. In die tijd was Jacoba van Beieren gravin van Holland en Jan II bekleede belangrijke functies aan haar hof: hij was thesaurier en stadhouder van Holland. In 1418 vraagt hij aan Jacoba van Beieren om het kasteel Heulestein af te mogen breken, waarvoor hij op 26 november 1418 toestemming krijgt. Jacoba van Beieren was toen aan de verliezende hand, en Jan II zal geen behoefte hebben gehad om een kasteel op kleine afstand van zijn kasteel Monfoort als "open huis" open te moeten stellen voor graaf Jan van Beieren. Na de afbraak wordt in beleningen nog steeds gesproken over huis en hofstede Heulestein. In 1582 sterft Jan IV van Montfoort zonder wettige erfgenamen; wel had hij twee buitenechtelijke kinderen. Het grootste deel van zijn bezittingen vererven op zijn zus Philippa van Montfoort, die getrouwd was met Johan Briffeul van Merode. Hiermee komt het leen in bezit van de familie Merode. Dit echtpaar kreeg alleen een dochter Anna, maar door haar huwelijk met Philips I van Merode, bleef het leen nog steeds in bezit van deze familie. De laatste burggraaf van Montfoort was Ferdinand Philips van Merode. In 1648 verkoopt hij het burggraafschap met alle heerlijkheden en rechten voor een bedrag van 225000 florijnen aan de Staten van Utrecht. Een jaar later wordt door de Staten van Utrecht jonkheer Godschalck van Harmale, maarschalk van het kwartier van Montfoort, met Heulestein beleend. Van het kasteel Heulestein bevinden zich dan de funderingen nog in de grond en hij probeert dat als argument te gebruiken om Heulestein te laten erkennen als ridderhofstad, waarmee hij zitting kon nemen in de Ridderschap van Utrecht. Maar dit kreeg hij niet voor elkaar. Wel heeft hij waarschijnlijk naast het kasteelterrein de nu nog aanwezige boerderij Heulestein in 1659 laten bouwen. Het kasteel werd gebouwd op de stroomrug tussen Montfoort en Woerden, die enkele meters hoger lag dan het omliggende land. Op de kadastrale minuut uit 1820 wordt het kasteelterrein weergegeven en was toen ongeveer 70 bij 35 m groot. Verder wordt Heulestein weergegeven op een kaart uit 1651. Op deze kaart wordt in het midden van het kasteelterrein een rechthoekige toren weergegeven met een grondplan van 19 x 23 m, hoewel de kaart niet nauwkeurig op schaal getekend is. Het kasteelterrein is nog steeds herkenbaar in het landschap, alleen de westelijke gracht is helemaal gedempt. Mogelijk bevinden de funderingen zich nog in de grond; hier is nog nooit wetenschappelijk bodemonderzoek naar gedaan, hoewel er berichten zijn dat na de Tweede Wereldoorlog resten van de fundamenten zijn opgegraven en als bouwpuin zijn verkocht. |
Bewoners |
begin 14e eeuw Jan van der Heulen 1320 - 1345 Roelof de Rover, getrouwd met Ada van Benthem 1345 - 1361 Hendrik de Rover van Heulestein 1361 - 1376 Hadewich de Rover van Heulestein, getrouwd met Wouter van Zuylen, ridder 1376 - 1381 Jan de Rover van Zuylen (zoon) 1381 - 1384 Hubrecht van Montfoort, broer van de burggraaf 1384 - 1402 Hendrik III, burggraaf van Montfoort, getrouwd met Oda van Polanen 1402 - 1448 Jan II van Montfoort, getrouwd met Cunegonda van Bronckhorst 1448 - 1459 Hendrik IV van Montfoort, getrouwd met Margaretha van Croy 1459 - 1522 Jan III van Montfoort, getrouwd met Charlotte van Brederode 1522 - 1539 Joost van Montfoort, getrouwd met Anna de Lalaing 1539 - ca 1550 Hendrik V van Montfoort (regent, broer) ca 1550 - 1582 Jan IV van Montfoort (zoon van Joost), getrouwd met Maria van Manderscheid Gerolstein 1582 - 1592 Philippa van Montfoort, getrouwd met Johan Briffeul van Merode 1592 - 1625 Anna van Merode, getrouwd met Philips I van Merode 1625 - 1627 Philips I van Merode 1627 - 1638 Philips II van Merode, getrouwd met Bonne de Barbancon Villemont 1638 Floris van Merode, getrouwd met Anna Maria Sidonia van Bronkhorst Batenburg (broer) 1638 - 1648 Ferdinand Philips van Merode, getrouwd met Marie Madeleine de Gand Villain 1648 - 1649 Staten van Utrecht 1649 - 1662 jonkheer Godschalck van Harmale 1662 - 1666 Gerlach van der Capellen, heer van Mervelt and Schalkwijk (neef) 1666 - 1705 Leonard van der Nath (koop) 1705 - 1712 Magdalena van Outvorst (koop) 1712 - 1775 Hendrik de Sandra (zoon) 1775 - 1810 Elisabeth Buijs, vrouwe van Kattenbroek (koop) 1810 - 1836 Bastiaan van Rossum (koop) 1836 - 1848 Jan Hendrikse Knijff (koop) 1848 - 1880 Mensina Knijff (nicht), getrouwd met Dr. Hermanus van der Lee 1880 - 1884 Dr. Hermanus van der Lee 1884 Aaltje van der Lee (dochter), getrouwd met Jan Janse Koning |
Huidige doeleinden |
De boerderij wordt nog steeds bewoond. De rest van het kasteelterrein is in
gebruik als weiland. Aan drie zijden zijn de grachten nog bewaard gebleven. |
Opengesteld | De boerderij is niet toegankelijk. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder
auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag. Foto 1 en 2: Uit eigen collectie |