Ligging |
Deze buitenplaats stond langs de Rijksstraatweg te Baambrugge, gemeente De Ronde Venen.
![]() |
Ontstaan | Het huis van deze buitenplaats moet rond 1650 ontstaan zijn. |
Geschiedenis |
Op een tekening van deze buitenplaats zien we een huis met een hoog onderhuis.
Halverwege de 17e eeuw werden de nieuwe huizen hiervan voorzien, omdat in die tijd
de Vecht en de Angstel nog vaak buiten hun oevers traden. Door het hekwerk heen zien
we dat in dit onderhuis deuren en/of ramen zijn aangebracht. De voorgevel heeft een
oprijzend topgeveltje, dat de hoofdingang markeert. De detaillering van dit
topgeveltje komt overeen met het huis
Dortmont, waardoor we de bouw van het
huis rond 1650 dateren. Den Haring is wel groter geweest dan Dortmont/Zorgvrij. Het gebouw bestaat uit twee tegen elkaar aangebouwde hoofdbeuken en hierachter bevindt zich ook nog bebouwing, wat mogelijk de boerderij bij de buitenplaats is geweest. In de tweede helft van de 17e eeuw komen we Gijsbert Dommer en zijn vrouw Catharina van Sanen tegen als eigenaar. Zij hebben in totaal 10 kinderen, maar het is onzeker of zij de eerste bewoners van het huis waren. Gijsbert en Catharina waren in 1654 getrouwd en hadden de beschikking over voldoende vermogen. In het boek van Abraham Rademaker uit 1729/30 staat bij het huis geschreven: Ik ga, en zie van ver Den Haring, daar het oog Op 't hoogst verwonderd word door 't aangenaam vertoog, Van eêr een Vorstenhof, dan lustplaats hier te aanschouwen. In 1692 sterft Anna Maria Dommer, één van de 10 kinderen van het hierboven genoemde echtpaar. Zij is voor ééntiende deel eigenaar van Den Haring. De oudste zoon, Pieter Dommer trouwt met Cornelia Schippers, dochter van Jan Jacobsz Schipper, die een internationale boekhandel had opgebouwd. Uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren, maar het huwelijk is niet gelukkig. Pieter woont met twee dochtertjes in Utrecht, terwijl Cornelia met hun enige zoon in Antwerpen en Brussel woont. In 1690 wordt Pieter naar Indië gezonden, waar hij in 1694 sterft. In 1695 hertrouwd Cornelia met Jacob Cleyburg, die kapitein-luitenant is. Na hun huwelijk verkopen de overige kinderen Dommer de buitenplaats aan dit echtpaar. In 1712 sterft Jacob en laat zijn vrouw achter met opnieuw 3 kinderen. Tot 1733 blijft de buitenplaats nog in haar bezit, waarna ze het huis verkoopt aan Marco Aurelio del Borgo. De omschrijving van Den Haring luidt: "Heerenhuysinge met syn speelhuys, tuinmans- en koetshuys, stalllinge met omtrent 3 morgen boomgaert, [...] tesamen 20 1/2 morgen." Marco is getrouwd met Margaretha van Delft, maar financieel gaat het hem niet goed. In 1736 neemt hij een hypotheek op het huis van f. 3000,-, maar dit helpt hem niet uit zijn financiële problemen en in 1739 is hij genoodzaakt zijn huis te verkopen. De nieuwe eigenaar wordt Willem Woudman. Als Willem in 1763 sterft verkoopt zijn enige zoon, Roelof Woudman, Den Haring aan Christina de Jong, weduwe van Willem Munst. Nog geen jaar later sterft zij en de buitenplaats vererft op haar schoonzoon Jan Markon, die nog datzelfde jaar alles verkoopt aan Jan Bruin Abrahamszn. Hij is getrouwd met Georgina Josina van oosterwijk. In de beschrijving van de verkoop is nu ook sprake van een theekoepel. Dit echtpaar verblijft 17 jaar op Den Haring. Pas na hun beider overlijden komt het huis in een openbare veiling. Voor f. 10400,- gaat het over in handen van Abraham Roghé. In 1788 voegt hij 5,5 morgen wei- en hooiland aan de buitenplats toe. Abraham sterft in 1792 en de Den Haring vererft op zijn oudste zoon Hendrik Roghé. De weduwe van Abraham blijft nog een aantal jaren op de buitenplaats wonen, terwijl Hendrik het veehouderijbedrijf van zijn vader voortzet. Mogelijk woonde hij met zijn gezin in de boerderij, die bij het huis hoorde. Na het overlijden van Hendrik in 1817, doet zijn weduwe (overigens tweede vrouw) Hendrika Elisabeth Wismeijer vee en boerengereedschap van de hand. In 1820 wordt de buitenplaats voor f. 22155,- verkocht. De nieuwe eigenaar gaat dan al vrij snel over tot de verkoop van een aantal roerende goederen, waaronder 10 marmeren beelden, een loden beeld, een bakstenen vaas, een bakstenen beeld, een zonnewijzer, wtee paarden en een Franse chais. De nieuwe eigenaar is afkomstig uit Duitsland en heet Gerd Hulscher, maar hij noemt zich in Nederland Gerrit Huijskens. Hij heeft plannen om het boerenbedrijf op te pakken op de buitenplaats. In 1823 sterft Gerrit al en zijn voornamelijk Duitse erfgenamen besluiten de buitenplaats te verkopen. Voor f. 14700,- wordt Willem Hendrik Gompertz de nieuwe eigenaar. Bij de verkoop luidt de omschrijving: "de zeer aangenaam gelegen hofstede [...] met deszelfs hecht en sterk en weldoortimmert dubbelde Heerenhuizing, koetshuis, stalling, tuinmanswoning, koepel, wagenhuis en verder getimmerten". De nieuwe eigenaar woont in Amsterdam en koopt na Den Haring de buitenplaats Breeevecht te Vreeland en Kroonenstein. Mogelijk met de bedoeling deze goederen later met winst te verkopen. Maar het zit hem niet mee. Hij probeert de buitenplaats via een openbare veiling in 1831 te verkopen, maar er wordt te weinig geboden en hij denkt het huis onderhands beter te kunnen verkopen, maar dat lukt hem niet. In 1839 raakt hij een deel van de grond kwijt, door de aanleg van de spoorlijn tussen Utrecht en Amsterdam. Zijn bezittingen zijn nu in tweeën gesplitst en uiteindelijk verkoopt hij alles in 1844 aan de makelaar Albertus kisjes. In 1848 vindt er opnieuw een veiling plaats en het huis blijkt dan in bezit te zijn van de makelaar G.A. van der Voort. De beide onderdelen worden dan gekocht door de veehouder Engebert Heckman en zijn zoon Johannes Nicolaas. Veel succes hebben ze niet gehad en 8 jaar later worden de twee delen onderverdeeld in 9 kavels verkocht. Het herenhuis wordt verkocht zonder de ondergrond en het is dus duidelijk de bedoeling om het huis voor afbraak te verkopen. En zo wordt het huis ook in 1856 gekocht en niet lang daarna afgebroken. Een deel van de grond van Den Haring is later nog gekocht door een eigenaar van Valck en Heining en bij die buitenplaats getrokken. |
Bewoners |
- 1695 erfgenamen van Gijsbert Dommer 1695 - 1733 Cornelia Schippers 1733 - 1739 Marco Aurelio del Borgo 1739 - 1759 Willem Woudman 1759 - 1763 Roelof WOudman 1763 - 1764 Christina de Jong 1764 Jan Markon 1764 Jan Bruin Abrahamszn - 1781 kinderen van Jan Bruin Abrahamszn 1781 - 1792 Abraham Roghé 1792 - 1817 Hendrik Roghé 1817 - 1820 Hendrika Elisabeth Roghé-Wismeijer 1820 - 1823 Gerd Hukscher 1823 - 1824 erfgenamen Gerd Hukscher 1824 - 1844 Willem Hendrik Gompertz 1844 Albertus Kersjes 1844 - 1848 G.A. van der Voort 1848 - 1856 Engebert Heckman en diens zoon Johannes Nicolaas 1856 diverse leden van de familie Van Schaik 1856 afbraak |
Huidige doeleinden | Van deze buitenplaats is niets meer terug te vinden. |
Opengesteld | n.v.t. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Ir. D.L.H. Slebos, Kerkkroon, 't Veldhoen, Wiessenburg en Den Haring, In:
Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake 2006, blz. 78 - 89 Afb. 1: Hollands Arcadia Of de vermaarde Rivier Den Amstel. Alle deszelfs Lustplaatzen, Herenhuizen en Dorpen, Zig uitstrekkend van Amsterdam af door Ouderkerk, Abcoude, Baanbrug tot Loenersloot; wederkerende langs de vermaklyke Landgezichten van de Wetering |