Geschiedenis
|
De oudste geschiedenis van het kasteel Ten Goye is in nevelen gehuld, omdat het een
allodiaal goed betreft, dat van vader op zoon overging, zonder dat daar een akte
voor hoefde te worden opgesteld. In 1259 wordt het huis zijdelings genoemd, als
Ghiselbertus (I) van Goye 13 morgen land, gelegen in 't Goy naast zijn huis, met de
bisschop van Utrecht, Hendrik van Vianden, ruilt.
Daarna wordt het weer in 1317 genoemd, als het door Gwijde van Avesnes, bisschop
van Utrecht, belegerd wordt. Aanleiding hiertoe was waarschijnlijk onenigheid
tussen de bisschop en de voogden van de minderjarige Gijsbrecht (V) van Goye. Bij
de belegering van het kasteel werden de zwaarste belegeringswerktuigen, waaruit we
opmaken, dat het een aanzienlijk slot moet zijn geweest. De bisschop weet het
kasteel te veroveren, maar verwoest het niet. Niet lang na de verovering sterft de
bisschop plotseling aan een 'haestelicke siecte' op 29 mei 1317, waarna de voogden
het kasteel weer terug veroveren.
Gijsbrecht (V) draagt als hij zelf meerderjarig is geworden, zijn kasteel "mitten
voirburghe ende mitten hofstede, daer 't op staet, ten uteren cante toe van der
uterste cinghelen" op aan de graaf van Holland, Willem III. Hij krijgt het direct
terug in erfleen en het kasteel wordt een "open huis" voor de Graaf. Gijsbrecht
trouwde met Marie van Heukelom en het echtpaar kreeg één kind, dat jong sterft en
waarvan zowel het geslacht als de naam niet bekend is. Niet lang na zijn belening
sterft Gijsbrecht en omdat hij geen nakomelingen heeft, vererft het kasteel op
zijn zus Catharina, die trouwde met Hendrik I van Vianen, waarmee het kasteel in
handen komt van de Heren van Vianen.
Tussen 1353 en 1355 vond een oorlog plaatst tussen de graaf van Holland en de
Bisschop van Utrecht. De heren van Vianen en Culemborg steunden de Graaf tijdens
deze oorlog en hierdoor raakte kasteel Ten Goye in de strijd betrokken, omdat de
Graaf het nu ook als "open huis" gebruikte. Het kasteel werd belegerd en ernstig
beschadigd.
Noodgedwongen sloten de heren van Vianen en Culemborg op 22 oktober 1355 vrede met
de bisschop van Utrecht, waarbij werd vastgelegd, "... dat men dat huys ten Goye
niet meer tymmeren noch vesten en sal in geenre manieren, behoudeliken dat ment in
reke houden mach van dake, van vensteren ende van andere saicken, des't van noden,
niet ontberen en mach". Dit betekent, dat alleen de hoogstnoodzakelijke reparaties
aan het kasteel plaats mochten vinden, waardoor het niet weer een kasteel van
militair belang zou worden.
Een jaar later sluit de Graaf van Holland ook vrede met de Bisschop en de stad
Utrecht, waarbij bepaald werd, dat de Bisschop en de Graaf zouden meebetalen aan
het herstel van het kasteel ten Goye. Ghiselbrecht van Vianen en den Goye ontvangt
van de Graaf 4000 Utrechtse ponden. Een zelfde bedrag werd ook van de Bisschop en
de stad Utrecht geëist.
Hoe lang de wederopbouw heeft geduurd is niet bekend, maar het kasteel zal nog niet
zo lang in oude luister hersteld zijn, als het in 1380 opnieuw belegerd wordt. Dit
keer is het Bisschop Floris van Wevelinchofen, die zijn leger naar het kasteel
stuurde. De aanleiding tot dit beleg was de weigering van Reynout van Vianen zijn
aanspraken op de Utrechtse bisschopszetel op te geven. Reynout, broer van de heer
van Vianen, was door de tegenpaus Clemens VII benoemd, terwijl de paus Urbanus VI
Floris benoemd had. Na de inname van het kasteel, werd Reynout gedwongen Floris als
bisschop te erkennen.
In 1428 wordt Ten Goye voor de laatste keer afzonderlijk in leen gegeven. Jacoba
van Beieren geeft het in dat jaar in leen aan Jan van Vianen. Daarna wordt het
steeds met andere Viaanse leengoederen in leen gegeven.
Op 9 april 1493 komen we de laatste vermelding van het kasteel in de archieven
tegen als het Kapittel van St. Marie een hofstede beleend aan Antonys Ghisbert
Staelssone. De hofstede grensde westelijk aan 'den heerwech bij den Huse van den
Goey'.
Tussen 1636 en 1639 wordt er een lijst opgesteld van Ridderhofsteden door de Staten
van Utrecht. Ten Goye komen we hierop niet tegen, waardoor we vermoeden, dat het
kasteel toen al een ruïne was. Van het Kapittel van St. Marie wordt in 1640 een
tiendkaart gemaakt, waarop het vroegere kasteelterrein wordt aangegeven als
boomgaard.
Afbeeldingen van het kasteel zijn niet bewaard gebleven, omdat het kasteel al
verdwenen was, voordat de eerste topografische tekenaars door Nederland trokken.
Wel is het gedeeltelijk omgrachte kasteelterrein nog terug te vinden. Dit terrein
heeft een grootte van ca. 140 x 90 m. Op het noordelijke gedeelte stond het
hoofdgebouw, op een verhoding, die 1,5 m hoger was dan het zuidelijke deel. In zijn
glorietijd moet het kasteel uit meerdere woonvleugels en toren hebben bestaan, met
een versterkte voorburcht en omgeven door wallen en een dubbele omgrachting.
De buitenste omgrachting en omwalling waren tot ver in de 20e eeuw
duidelijk zichtbaar, maar deze zijn grotendeels verdwenen bij een herinrichting van
het terrein, waarbij de gracht met grond van de kop van de buitenste wal werd
dichtgegooid.
Op de zuid- en oostzijde van de wal werden in de jaren 60 van de 20e
eeuw een aantal bungalows gebouwd. Hierbij is toen nauwelijks archeologisch
onderzoek uitgevoerd.
In de jaren 70 van de 20e eeuw, werd er een tuin aangelegd, waarbij
restanten van een 14e eeuwse steenoven werden ontdekt. Het lijkt
aannemelijk dat deze steenoven in gebruik werd genomen, na de verwoesting van het
kasteel in 1355.
Het kasteelterrein is nu gesplistst in twee delen, eigendom van twee verschillende
personen. Waar nu fruitbomen staan, stond waarschijnlijk vroeger de hoofdburcht,
terwijl het andere deel ingericht is als tuin. Bij de aanleg van een vijver in
1980 kwmane hier zware funderingen te voorschijn.
|
Bronnen
|
Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder
auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag.
O. Wttewall, kastelen en kasteelterreinen in Houten, In: Het Kromme Rijngebied, 1998,
blz. 35 - 49
Foto 1: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht
Foto 2: O. Wttewall, kastelen en kasteelterreinen in Houten
Foto 3: Google maps
|