Ten Goye

Ligging In het dorp 't Goy (gemeente Houten), waar de Wickenburghseweg een ruime bocht maakt.

Luchtfoto van het kasteelterrein (1995)

Ontstaan Het huis wordt voor het eerst in 1259 genoemd.
In bovengenoemde bocht liggen de restanten van de wallen en grachten van het voormalige kasteel Ten Goye. Het kasteel was gelegen op de hogere gronden van de Houtense stroomrug, wat wijst op een hoge ouderdom. Mogelijk dateert het nog uit de 11e of misschien zelfs nog de 10e eeuw.
Geschiedenis De oudste geschiedenis van het kasteel Ten Goye is in nevelen gehuld, omdat het een allodiaal goed betreft, dat van vader op zoon overging, zonder dat daar een akte voor hoefde te worden opgesteld. In 1259 wordt het huis zijdelings genoemd, als Ghiselbertus (I) van Goye 13 morgen land, gelegen in 't Goy naast zijn huis, met de bisschop van Utrecht, Hendrik van Vianden, ruilt.
Daarna wordt het weer in 1317 genoemd, als het door Gwijde van Avesnes, bisschop van Utrecht, belegerd wordt. Aanleiding hiertoe was waarschijnlijk onenigheid tussen de bisschop en de voogden van de minderjarige Gijsbrecht (V) van Goye. Bij de belegering van het kasteel werden de zwaarste belegeringswerktuigen, waaruit we opmaken, dat het een aanzienlijk slot moet zijn geweest. De bisschop weet het kasteel te veroveren, maar verwoest het niet. Niet lang na de verovering sterft de bisschop plotseling aan een 'haestelicke siecte' op 29 mei 1317, waarna de voogden het kasteel weer terug veroveren.
Gijsbrecht (V) draagt als hij zelf meerderjarig is geworden, zijn kasteel "mitten voirburghe ende mitten hofstede, daer 't op staet, ten uteren cante toe van der uterste cinghelen" op aan de graaf van Holland, Willem III. Hij krijgt het direct terug in erfleen en het kasteel wordt een "open huis" voor de Graaf. Gijsbrecht trouwde met Marie van Heukelom en het echtpaar kreeg één kind, dat jong sterft en waarvan zowel het geslacht als de naam niet bekend is. Niet lang na zijn belening sterft Gijsbrecht en omdat hij geen nakomelingen heeft, vererft het kasteel op zijn zus Catharina, die trouwde met Hendrik I van Vianen, waarmee het kasteel in handen komt van de Heren van Vianen.

Tussen 1353 en 1355 vond een oorlog plaatst tussen de graaf van Holland en de Bisschop van Utrecht. De heren van Vianen en Culemborg steunden de Graaf tijdens deze oorlog en hierdoor raakte kasteel Ten Goye in de strijd betrokken, omdat de Graaf het nu ook als "open huis" gebruikte. Het kasteel werd belegerd en ernstig beschadigd.
Noodgedwongen sloten de heren van Vianen en Culemborg op 22 oktober 1355 vrede met de bisschop van Utrecht, waarbij werd vastgelegd, "... dat men dat huys ten Goye niet meer tymmeren noch vesten en sal in geenre manieren, behoudeliken dat ment in reke houden mach van dake, van vensteren ende van andere saicken, des't van noden, niet ontberen en mach". Dit betekent, dat alleen de hoogstnoodzakelijke reparaties aan het kasteel plaats mochten vinden, waardoor het niet weer een kasteel van militair belang zou worden.
Een jaar later sluit de Graaf van Holland ook vrede met de Bisschop en de stad Utrecht, waarbij bepaald werd, dat de Bisschop en de Graaf zouden meebetalen aan het herstel van het kasteel ten Goye. Ghiselbrecht van Vianen en den Goye ontvangt van de Graaf 4000 Utrechtse ponden. Een zelfde bedrag werd ook van de Bisschop en de stad Utrecht geëist.

Hoe lang de wederopbouw heeft geduurd is niet bekend, maar het kasteel zal nog niet zo lang in oude luister hersteld zijn, als het in 1380 opnieuw belegerd wordt. Dit keer is het Bisschop Floris van Wevelinchofen, die zijn leger naar het kasteel stuurde. De aanleiding tot dit beleg was de weigering van Reynout van Vianen zijn aanspraken op de Utrechtse bisschopszetel op te geven. Reynout, broer van de heer van Vianen, was door de tegenpaus Clemens VII benoemd, terwijl de paus Urbanus VI Floris benoemd had. Na de inname van het kasteel, werd Reynout gedwongen Floris als bisschop te erkennen.
In 1428 wordt Ten Goye voor de laatste keer afzonderlijk in leen gegeven. Jacoba van Beieren geeft het in dat jaar in leen aan Jan van Vianen. Daarna wordt het steeds met andere Viaanse leengoederen in leen gegeven.
Op 9 april 1493 komen we de laatste vermelding van het kasteel in de archieven tegen als het Kapittel van St. Marie een hofstede beleend aan Antonys Ghisbert Staelssone. De hofstede grensde westelijk aan 'den heerwech bij den Huse van den Goey'.
Tussen 1636 en 1639 wordt er een lijst opgesteld van Ridderhofsteden door de Staten van Utrecht. Ten Goye komen we hierop niet tegen, waardoor we vermoeden, dat het kasteel toen al een ruïne was. Van het Kapittel van St. Marie wordt in 1640 een tiendkaart gemaakt, waarop het vroegere kasteelterrein wordt aangegeven als boomgaard.

Afbeeldingen van het kasteel zijn niet bewaard gebleven, omdat het kasteel al verdwenen was, voordat de eerste topografische tekenaars door Nederland trokken. Wel is het gedeeltelijk omgrachte kasteelterrein nog terug te vinden. Dit terrein heeft een grootte van ca. 140 x 90 m. Op het noordelijke gedeelte stond het hoofdgebouw, op een verhoding, die 1,5 m hoger was dan het zuidelijke deel. In zijn glorietijd moet het kasteel uit meerdere woonvleugels en toren hebben bestaan, met een versterkte voorburcht en omgeven door wallen en een dubbele omgrachting.
De buitenste omgrachting en omwalling waren tot ver in de 20e eeuw duidelijk zichtbaar, maar deze zijn grotendeels verdwenen bij een herinrichting van het terrein, waarbij de gracht met grond van de kop van de buitenste wal werd dichtgegooid.

Op de zuid- en oostzijde van de wal werden in de jaren 60 van de 20e eeuw een aantal bungalows gebouwd. Hierbij is toen nauwelijks archeologisch onderzoek uitgevoerd.
In de jaren 70 van de 20e eeuw, werd er een tuin aangelegd, waarbij restanten van een 14e eeuwse steenoven werden ontdekt. Het lijkt aannemelijk dat deze steenoven in gebruik werd genomen, na de verwoesting van het kasteel in 1355.
Het kasteelterrein is nu gesplistst in twee delen, eigendom van twee verschillende personen. Waar nu fruitbomen staan, stond waarschijnlijk vroeger de hoofdburcht, terwijl het andere deel ingericht is als tuin. Bij de aanleg van een vijver in 1980 kwmane hier zware funderingen te voorschijn.

Bewoners ca 1259 - 1271 Ghiselbertus (I) Uten Goye, getrouwd met Mabelia van den Arkel
1271 - 1300 Giselbrecht (II) Uten Goye
1300 - 1313 Ghijsebrecht (III) Uten Goye, getrouwd met NN van Woerden
1313 - 1316 Ghisbrecht (IV) Uten Goye, getrouwd met Margriete van Beusichem
1316 - 1334/5 Gijsbrecht (V) Uten Goye, getrouwd met Marie van Heukelom
1334/5 - ca 1350 Catharina uten Goye, getrouwd met Hendrik I van Vianen
ca 1350 - 1352 Hendrik I van Vianen
1352 - 1389 Ghiselbrecht van Vianen en den Goye
1389 - 1392 Zweder van Vianen, (broer), getrouwd met Mechteld van Zuijlen
1392 - 1440 Johan van Vianen Heer van Noordeloos en Nieuwkoop
eigendom van de heren van Vianen

Huidige doeleinden Het kasteelterrein is nu in gebruik als boomgaard en tuin. Wel is er nog een restant van wallen en grachten te herkennen.
Het terrein is moeilijk te vinden.
Opengesteld Het terrein is niet toegankelijk.
Foto's Foto waarop de omgrachting nog zichtbaar is; links kasteelterrein (1995) Satellietfoto van het terrein (2012)
Bronnen Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag.
O. Wttewall, kastelen en kasteelterreinen in Houten, In: Het Kromme Rijngebied, 1998, blz. 35 - 49
Foto 1: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht
Foto 2: O. Wttewall, kastelen en kasteelterreinen in Houten
Foto 3: Google maps