Ligging |
Deze buitenplaats stond ten westen van Oud-Zuilen, gemeente Stichtse Vecht.
|
Andere benaming | Geitestein, Geytesteyn |
Ontstaan | De oudste bekende vermelding van het huis stamt uit 1690. |
Geschiedenis |
Wanneer Geytensteyn gebouwd is, is niet met zekerheid te zeggen. Van oorsprong hoorde
het land tussen de Vecht en de Daalsedijk, in 1654 wordt gesproken over twee
uiterwaardjes, in 1599 nog tot het kapittel van St. Jan. Deze 'twee uiterwaardjes' worden
later gesplitst en hierop zullen de buitenplaatsen
Groenhoven en Geytensteyn gebouwd worden. In
1631 wordt het land door Johan Heimricks van Amsterdam gekocht van Johan Fonteyn, domheer.
Er wordt dan gesproken over 'Huysing, Hof, boomgaard en lant daar aan behorende en
tgetimmert daer op staende'. Eén van de twee buitenplaatsen lijkt dan al gebouwd te zijn.
De weduwe van Johan verkoopt het geheel op 19 april 1654 aan Mr. Christiaen Rodenburch,
raadordinaris in den Hove te Utrecht, die het twee jaar later verkoopt aan Joh. Gerard
Soudenbalch. Aan het landgoed wordt meer grond door koop toegevoegd en omvat op den duur 18 morgen. Het lijkt er op dat de heer Soudenbalch zijn land in twee delen verkocht heeft. Het deel, dat later Geytensteyn genoemd wordt, wordt in 1663 verkocht aan Jacques de Lespaul. Er wordt dan gesproken over een hofstede, dus Geytensteyn is dan al gebouwd. Na zijn dood vererft het goed op zijn zoon Isaac. Isaacq Lespauls is in elk geval in 160 eigenaar. Hij heeft Catharina Vosch in dienst als dienstmaagd en Isaacq of Ysaac werd in 1653 geboren in Amsterdam als zoon van Jacques en Maria de Lagay. Hij trouwde met Jacoba Thelingh van Berckhout uit Leiden en stierf voor 30 augustus 1709. Zijn weduwe verkoopt het huis dan nog datzelfde jaar aan Simon Langendam; hij koopt Geytensteyn voor 5.000 gulden en sterft al in 1711. Door de executeur van het testament van Simon wordt Geytensteyn dan verkocht aan Caspar Leonhard, die burger van Utrecht is. Gedurende negen jaar is hij samen met zijn vrouw eigenaar en na zijn dood verkoopt zijn weduwe Cornelia Crafford de buitenplaats aan Balthasar Muyskens voor 7.500 gulden. Het landgoed is dan 1 morgen en 450 roeden groot. De erfgenamen van Balthasar verkopen Geytensteyn dan in 1723 inclusief 12 morgen aan de Heer van Surmont van Vlooswijck voor 13.850 gulden. Vier jaar later verkoopt deze eigenaar het huis al weer en wel voor 12.000 gulden aan Mr. Adriaen Vastrik, die het vijf jaar later verkoopt aan Mr. Pieter Stellingwerff, die getrouwd is met Anna Asschenberg. Op 2 maart 1750 gaat de heer Willem Nolthenius namens de Heer en Mr. Pieter Stellingwerff, getrouwd met juffrouw Anna Asschenberg, naar de notaris om, nadat dit echtpaar sinds 19 april 1748 gescheiden van tafel en bed leefde, hun scheiding te bekrachtigen en tot verdeling van hun goederen te komen. Anna krijgt 'Vyff mergen bouwland gelegen tot Thiel & de Huysinge en Hoffstede Geytensteyn met de Landeryen daeraen behoorende gelegen onder den Gerechte van Zuylen en twee huysingen staende tot Amsterdam'. Uit een akte van 13 juli 1750 blijkt dat Anna bij Jacob Diederick van Tuyll van Serooskerken, heer van Zuylen en Westbroek in 1745 en 1746 samen met haar man een schuld was aangegaan van 11.306 gulden en 2 stuivers, waarvan ze het grootste deel 'uyt haer privé cassa' heeft betaald en dat ze om de rest af te kunnen lossen vier morgen land, behorende bij Geytensteyn heeft verkocht aan de heer Kattenberg voor 3.935 gulden en 10 stuivers. Hierdoor is het landgoed Geytensteyn nog maar één morgen en 450 roeden groot. Op 9 mei van het zelfde jaar besluit Anna het huis te verkopen. In de opgestelde verkoopvoorwaarden wordt melding gemaakt van de verplichtingen die bij Geytensteyn horen: 'den koper van de Buyteplaets de brug inden Daelsendyck aan het eynde van de Plaets gelegen sal moeten maken en onderhouden ten synen kosten, als meede dat de koopers den Doorvaert door de Sloot tussen den plaets ende Vier mergen als meede door gemelte brug en de Sloot aen de voornoemde negen mergen moeten gehengen en gedogen'. De koper is de heer Jan van de Schroeff, die het huis voor 3750 gulden koopt. In een akte uit 1772 kunnen we lezen dat de buitenplaats verkocht is aan de 'Mejuffrouwen Alida en Catharina Rietveld', waarin Geytensteyn als volgt beschreven wordt: 'zekere huijsinge, Hofsteede, Tuijnmans woning, Stallinge, als koetshuijs, en verdere bepoting en beplanting daar op staande, met zijn speelhuijs en Prieëlen, alsmeede 't geboomte op den Daalschendijk alleen aan de zeijde van de Plaats, [] zijnde de gemelde Plaats genaamd Geijtensteijn'. Drie jaar later besluiten deze twee niet getrouwde dames de buitenplaats weer te verkopen. Voor 9.000 gulden wordt Mr. Jan Pieter van Vianen de nieuwe eigenaar. Bij de koop hoort nu ook een schuitenhuis met het schuitje en een bank in de kerk te Zuylen. Dit schuitenhuis bestaat echter al langer, want in volgende akten wordt steeds melding gemaakt dat een nieuwe koper zich moet houden aan "'t accoord tusschen Willem Boreel en Cornelis Gerardus Verkerk weegens het schuitenhuis staande over de sloot tusschen deze plaats en die van gen. Verkerk", een afspraak gemaakt op 10 juli 1771. In 1791 besluit Jan Pieter zijn huis weer te kopen. Voor hetzelfde bedrag wordt het in juli verkocht aan Johanna Maria van Tuyll van Serooskerken, weduwe sinds 1776 van Cornelis Baron van Perponcher-Sedlnitzky. Zij blijft enkele jaren eigenaresse om het dan met groot verlies in november 1795 weer te verkopen aan de vorige eigenaar. Zij krijgt dan maar 6.500 gulden voor Geytensteyn. In 1802 wordt Geytesteyn opnieuw verkocht en de nieuwe eigenaar wordt Mr. Nicolaes Wavin Anthonisz; nu voor een bedrag van 12.000 gulden. Op 28 maart 1812 wordt Geijtenstein verkocht door Cornelis van Rossum (?) aan Mr. J. Wouters, waarmee Geijtenstein een onderdeel van Groenhoven wordt. De grootte van het landgoed is dan 1 ha 39 are en 53 centiare. Bij deze verkoop gaat ook de bank in de kerk van Zuylen over naar de nieuwe eigenaar. Tussen dat jaar en 1832 is het huis afgebroken en is het landgoed een weiland geworden. We zien dat op de Kadastrale Kaart van 1832: Het wordt als weiland aangegeven en is in bezit van de weduwe Jabobsen, geboren van Nes, rentenierster, eigenaresse van Groenhoven. |
Bewoners |
- 1631 Johan Fonteyn, domheer 1631 - 1654 Mr. Johan Heimrick, getrouwd met Maria Henricx 1654 - 1656 Mr. Christiaen Rodenburch 1656 - 1663 Joh. Gerard Soudenbalch 1663 - ca 1690 Jacques de Lespaul ca 1690 - 1709 Isaacq Lespaul (zoon), getrouwd met Jacoba Theding van Berckhout 1709 - 1711 Simon Langendam, getrouwd met Aeltjen Mensing 1711 - 1720 Casparus Leonhard, getrouwd met Cornelia Crafford 1720 - 1723 Balthasar Muyskens 1723 - 1727 Jan Baptista de Surmont, heer van Vlooswijck 1727 - 1732 Adriaen Vastrik, schout en gaardermeester van Zuylen 1732 - 1750 Mr. Pieter Stellingwerff, getrouwd met Anna Asschenberg 1750 Anna Asschenberg (na scheiding) 1750 Jan van de Schroeff 1766 - 1772 Willem Boreel 1772 - 1775 Alida en Catharina Rietveld 1775 - 1791 Mr. Jan Pieter van Vianen 1791 - 1795 Johanna Maria van Tuyll van Serooskerken 1795 - 1802 Mr. Jan Pieter van Vianen 1802 - 1812 Mr. Nicolaes Wavin Anthonisz 1812 Mr. J. Wouters (onderdeel van Groenhoven) 1832 weduwe Jabobsen, geboren van Nes |
Huidige doeleinden | Het vroegere terrein inclusief het in 1750 verkochte weiland aan de eigenaar van de buitenplaats Groenhoven vormt nu samen met het noordelijke deel van Vijfhuizen het Park Vechtoever. |
Opengesteld | Het Park Vechtoever is vrij toegankelijk. |
Foto's |
Op dit kaartje is de sloot tussen Groenhoven en Geytensteyn goed zichtbaar Links de theekoepel, tekening door D. Verrijk (eind 18e eeuw) |
Bronnen |
Tekst: Archief Huis Zuilen (76), inv.nr. 302. 'Aantekeningen over vroegere eigenaren van
het huis Geitenstein en andere landerijen en huizen aan de zuidwestzijde van de vecht'
(midden 19e eeuw) Afb. 1, 3 en 4: Uit eigen collectie Afb. 2: Hannie Weststrate Afb. 5: T. Fafianie, ea, Maarssen, geschiedenis en architectuur, Kerckebosch, 2007, ISBN 978-90-6720-435-4, 422 blz. Foto 1 en 2: Uit eigen collectie |