Geerestein

Ligging Het kasteel staat direct ten noorden van Woudenberg, Geeresteinselaan 57.

Foto van de achterkant

Ontstaan De oudste vermelding dateert van 1394.
Geschiedenis Zoals hierboven vermeld, komen we het kasteel Geerestein voor het eerst in de archieven tegen in 1394. Jacob van Zuylen wordt door de bisschop beleend met de zogenoemde Colenaarshove en met een tweede hoeve, die later Borghove wordt genoemd. Het kasteel Geerestein wordt voor 1402 op het terrein van deze Borghove gebouwd. Jacob heeft belangrijke functies in het Sticht: hij is maarschalk van Eemland, schout van Amersfoort en kastelein van de bisschoppelijke grensvesting Stoutenburg. Als zijn vader in 1402 sterft, wordt hij ook beleend met de kastelen Nijeveld en Hoevelaken in Gelderland. Een jaar voor zijn dood beloofd bisschop Frederik van Blankenheim hem, dat hij na zijn dood zijn zoon zal belenen met het kasteel en dat gebeurt ook in 1418. Ook Steven van Zuylen van Nijevelt wordt beleend met Borghove (Geerestein) en Colenaarshove.
Steven sterft in 1468 en wordt dan opgevolgd door zijn zoon Jacob, die echter maar vijf jaar op Geerestein gewoond heeft. Zijn minderjarige zoon Steven volgt hem dan in 1473 op, waarbij zijn rechten worden waargenomen door een familielid. In 1477, als hij meerderjarig wordt, wordt hij zelf met Geerestein beleend. Hij wordt beleend met "Dat huys toe Gerensteyn, mit allen getymmer, dat dairop staet, mitter rosmolen ende mit ene hove lants, geheiten Tolleners hove, ende oic die Borchove ende Jacobs hove ende noch een halve hove, dair die boemgaert op staet, ende ene stege van den huyse streckende in den dorpe toe tot Woudenberch, noch vier mergen lants gelegen aen Ekenrijs []". De hier genoemde 'stege' is de huidige Geeresteinselaan. Deze Steven van Zuylen van Nijevelt werd maarschalk van Eemland, raad van bisschop David van Bourgondië en werd ook beleend met het huis Hoevelaken en kasteel Nijeveld.
Als je zoveel kastelen in bezit hebt, kan je er wel één missen; mogelijk daarom schenkt hij een jaar later Geerestein aan zijn broer Gerrit. In de Hoekse en Kabeljauwse twisten kozen Gerrit, Steven en nog een derde broer Jan partij voor de Hoeken en daarmee tegen de bisschop David van Bourgondië. De drie broers van Zuylen van Nijevelt waren aanvoerders van de Hoeken en de bisschop besluit het kasteel Geerestein in 1482 te belegeren, dat hij door verraad weet in te nemen. De broers worden gevangen gezet op het kasteel Duurstede. Ik weet niet hoe lang ze op het kasteel gevangen hebben gezeten. Als in 1496 bisschop David sterft, wordt Gerrit benoemd tot maarschalk van Amersfoort en Eemland. Zijn broer Jacob is dan al enkele jaren overleden.

In 1533 wordt Gerrit opgevolgd door zijn zoon Jacob, die trouwt met Theodora van Wassenaar en slechts 12 jaar leenman van Geerestein is. Hij wordt dan opgevolgd door zijn zoon, die Arend heet. Deze leenman wordt beschouwd als de bouwheer van het huidige huis. Een tachtig jaar later komen we weer een Arent of Arnd van Zuylen van Nijevelt tegen, die dus in het begin van de 17e eeuw met Geerestein beleend wordt. Hij speelt een belangrijke rol in de politiek, o.a. doodat hij in 1614 afgevaardigd werd naar de Staten-Generaal. In datzelfde jaar lukte het hem om het landgoed Geerestein van de ambachtsheerlijkheid Woudenberg af te scheiden en Geerestein werd een eigen heerlijkheid. Hierdoor kan hij de lagere rechtspraak op zijn eigen landgoed uitoefenen. Hij overlijdt in 1633 kinderloos en een 70-jarige nicht, Margaretha van Zuylen van Nijevelt, erft Geerestein, maar ze sterft al drie jaar later. Zij trouwde met Johan van der Vecht, maar ze heeft alleen dochters, waardoor het kasteel via haar dochter Theodora in de familie Van Lynden komt.

Theodora van der Vecht sterft in 1672 en omdat ze al haar kinderen overleeft, vererft het kasteel op haar kleinzoon Steven van Lynden. Steven trouwt pas veel later, in 1698, met Anna Maria de Marez. Zij is een dochter van Samuel de Marez, heer van Maarn en Maarsbergen. Na de dood van Steven wordt eerst zijn weduwe met het kasteel beleend, maar omdat het echtpaar onder huwelijkse voorwaarden getrouwd was, wordt ook de moeder van Steven, Jacoba Maria van Reede met Geerestein beleend tot haar dood in 1732. Daarna vervalt het kasteel toch weer aan zijn weduwe en blijft ze eigenaresse tot haar dood in 1763.
Al haar kinderen zijn dan inmiddels overleden en het kasteel komt in bezit van haar kleinzoon Adolf Hendrik van Rechteren, waarmee het kasteel in deze familie komt. Adolf Hendrik blijft ongehuwd, waardoor het kasteel na zijn overlijden in 1794, over gaat op zijn broer Rudolf Christiaan. Deze nieuwe bezitter werd daarmee graaf van Rechteren, heer van Woudenberg en Geerestein. Het kasteel wordt dan al enkele jaren niet meer bewoond door de familie, maar verhuurd.

Als Rudolf Christiaan in 1834 sterft, zijn zijn kinderen genoodzaakt Geerestein te verkopen. De nieuwe eigenaar wordt jonkheer Hendrik Daniel Hooft. Hooft laat het kasteel moderniseren en laat een landschapspark aanleggen. Ook is hij verantwoordelijk voor de bouw van de bijzondere boerderijen op het landgoed, waarvan Klein-Geerestein met de karakteristieke toren de belangrijkste is. Ook koopt Hooft Groenewoude en voegt het toe aan Geerestein. Het landhuis Groenewoude heeft hij laten slopen, zodat nu alleen nog het koetshuis bewaard is gebleven.
In 1879 sterft jonkheer Hendrik Daniël en Geerestein vererft op zijn drie dochters Wilhelmina Johanna, Suzanna Jacoba Johanna Wijnanda en Suzanna Cornelia. Zij trouwden geen van drieën en blijven tot hun dood op het kasteel wonen. Ze sterven respectievelijk in 1901, 1918 en 1925. Na het overlijden van de laatste zus op de leeftijd van 92 jaar, komt het kasteel in bezit van de zoon van één van hun vier broers.

Het kasteel staat vele jaren leeg en diende tot 1969 o.a. als onderkomen voor militairen, arbeiders van de Dienst uitvoerende Werken, gerepatriëerden uit Indonesië en als bejaarden- en verpleeghuis. Neef Gustaaf Willem Joan Hooft sterft en 1945 en diens zoon Hendrik Wijnand Cornelis Hooft in 1969. Zijn erven besluiten om het huis en de bouwhuizen te verhuren aan het architectenbureau INBO, dat zijn kantoor erin vestigde. In 1981 kreeg INBO de mogelijkheid om het kasteel met de bijgebouwen te kopen; alleen het landgoed bleef eigendom van de familie Hooft.

De oudste afbeelding van Geerestein vinden we op een tekening van Roelant Roghman uit 1646/7. Het hierop afgebeelde huis komt in grote lijnen overeen met het huidige huis dat een rechthoekige vorm heeft. De achtervleugel bestaat uit drie lagen: een bel-etage, souterrain en verdieping en wordt gedekt door een zadeldak. De zijgevels zijn voorzien van een uitbouw, waarin zich een privaat bevond. De voorgevel, die op het oosten gericht was, had een naar voren springende middenpartij.
De kelder met ton- en steekgewelven bestond uit twee ruimtes, waarvan de kleinste de keuken was. De bel-etage kende ook twee ruimtes, die even groot waren als de ruimtes in de kelder. De kleine ruimte of zaal was voorzien van een stookplaats met een 17e eeuws rookkanaal. Via dendrochronologisch onderzoek heeft men vast kunnen stellen dat het dak van de achtervleugel dateert van 1558. Het is opvallend dat er in die periode in Nederland meer kastelen werden gebouwd of verbouwd; tot nu toe heeft men niet kunnen achterhalen wat de reden hiervan is.
In de fundering zijn kloostermoppen aangetroffen met een formaat van 27,5 tot 28,5 x 13,5 x 15,5 cm. Deze kunnen van 1400 dateren en na de verwoesting van het kasteel in 1482 hersteld zijn met een iets kleiner formaat steen.

Door Pronk en De Haen werden in de 18e eeuw tekeningen van het kasteel gemaakt. We zien hierop dat de achtergevel vensters had, die op onregelmatige plaatsen waren aangebracht. Bij de renovatie in 1969 kon de plek van deze vensters nog worden vastgesteld. Verder zien we twee zijvleugels, die haaks op de achtervleugel zijn gebouwd en waarschijnlijk uit dezelfde tijd stammen als deze achtervleugel, hoewel ze een afwijkend vloerniveau, goothoogte en dak hadden. De kelder in de linkervleugel werd overwelfd door een tongewelf met steekgewelven, terwijl de rechtervleugel alleen een tongewelf had.
In 1617 werden er gebrandschilderde wapenramen op Geerestein aangebracht, wat er op duidt dat het kasteel tijdens het Twaalfjarig Bestand door de toenmalige eigenaar is hersteld. Toen Roelant Roghman zijn kasteeltekening maakte was het kasteel tien jaar daarvoor ingrijpend veranderd door het aanbrengen van het naar voren springende middendeel. Door deze uitbouw werd waarschijnlijk de eerdere binnenplaats van het kasteel volgebouwd. In deze uitbouw bevond zich een grote hal met er achter een afgescheiden traphal.

Rond 1740 vindt er weer een grootscheepse verbouwing plaats, wat we terug vinden op een tekening van Jan de Beijer, die hij in 1745 maakte. Door de verschillende bouwdelen, had het kasteel ook verschillende daken. Om het kasteel meer één geheel te laten lijken, werd de voorgevel voorzien van een imposante schijngevel. Het middenrisaliet kreeg een kroonlijst, die bekroond werd met een borstbeeld van Diana, de godin van de jacht, en voorzien van een wapenschild omgeven door hoornen des overvloed en lofwerk. Links en rechts van deze kroonlijst werd een balustrade aangebracht met piëdestals met siervazen. De kruiskozijnen werden vervangen door schuifkozijnen.

In 1834 wordt het kasteel gekocht door jonkheer Hendrik Daniël Hooft en niet lang daarna laat deze nieuwe eigenaar de voorgevel moderniseren. Mogelijk was dit gewoon noodzakelijk omdat deze in slechte staat verkeerde. De muren werden bepleisterd en voorzien van voegen, waardoor het leek alsof het huis was opgebouwd met natuursteen. In de zijvleugels werden de twee vensters vervangen door één en de enorme schijngevel werd vervangen door een kroonlijst met een houten attiek en een driezijdig houten fronton, waarop het wapen van de ridderhofstad Geerestein werd aangebracht. Tevens werd er een brede hardstenen stoep aangebracht van zes treden, waarmee men op het bordes kan komen. Via één van de drie getoogde, beglaasde deuren kan men in de er achter gelegen vestibule komen.
De jonkheer liet op de schouw in het huis het opschrift 'Herbouwd Ao 1834' aanbrengen, maar aan de hand van bouwhistorisch onderzoek en topografische afbeeldingen uit de 17e en 18e eeuw weten we, dat we dit 'herbouwd' niet letterlijk dienen te nemen.
In het huis liet Hendrik Daniël de vestibule ingrijpend veranderen door het trappenhuis open te breken en de ruimtes werden voorzien van eenvoudige stucplafonds. Het hierboven genoemde opschrift is aangebracht op het rookkanaal van de schouw samen met de wapens van Woudenberg en Geerestein. Het kasteel bevindt zich nog steeds in de situatie van 1834.
Bewoners 1394 - 1418 Jacob van Zuylen van Nijevelt, getrouwd met Elisabeth van Nijenrode
1418 - 1468 Steven van Zuylen van Nijevelt (zoon), getrouwd met Elisabeth van Ooy
1468 - 1473 Jacob van Zuijlen van Nijevelt (zoon), getrouwd met Oda de Rovere van Montfoort
1473/7 - 1478 Steven van Zuylen van Nijevelt (zoon), getrouwd met Walvarina van Broekhuizen
1478 - 1532 Gerrit van Zuylen van Nijevelt (broer)
1533 - 1545 Jacob van Zuijlen van Nijevelt (zoon), getrouwd met Theodora van Wassenaar
1546 - 1568 Arend van Zuylen van Nijevelt (zoon), getrouwd met Cornelia van Boetzelaer
1569 - 1588 Jacob van Zuijlen van Nijevelt (broer), getrouwd met Catharina de Cock van Weerdenburg
1588 - 1626 Jacob van Zuijlen van Nijevelt (zoon), getrouwd met Sophia van Renesse van Ter Aa
1604 (of 1626) - 1633 Arent van Zuylen van Nijevelt (neef, ongehuwd)
1633 - 1636 Margaretha van Zuylen van Nijevelt (nicht), getrouwd met Johan van der Vecht
1636 - 1672 Theodora van der Vecht (dochter), getrouwd met de edelman Jasper van Lynden
1672 - 1709 Steven van Lynden getrouwd met Anna Maria de Marez (kleinzoon)
1709 - 1711 Anna Maria de Marez
1711 - 1732 Anna Maria de Marez en Jacoba Maria van Reede (schoonmoeder)
1732 - 1763 Anna Maria de Marez
1763 - 1794 Adolph Hendrik graaf van Rechteren (kleinzoon)
1794 - 1834 Rudolf Christiaan, graaf van Rechteren (broer)
1834 - 1879 jhr. Hendrik Daniël Hooft (koop)
1879 - 1924 S.C., S.J.J.W. en W.J. Hooft (drie dochters)
1924 - 1945 Gustaaf Willem Joan Hooft (zoon van broer)
1945 - 1969 Hendrik Wijnand Cornelis Hooft (zoon)
1969 Familie Hooft (landgoed)
1969 Architectenbureau INBO (kasteel)
Huidige doeleinden Het kasteel is in gebruik als kantoor bij architectenbureau INBO. (Geen idee of dit nog steeds zo is (maart 2024)).
Opengesteld Het kasteel is niet toegankelijk. Het landgoed van 159 ha is deels toegankelijk.
Foto's Ansichtskaart van het kasteel Ansichtskaart van het koetshuis Foto van de voorkant
Gravure van Hendrik Spilman naar Jan de Beyer ca 1750 Tekening van Roelant Roghman (1646/7)
Bronnen Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, onder redactie van B. Olde Meierink, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, 1995
Het Utrechts Landschap, natuurlijk hart van Nederland, Hans Brand en Jan Brand, St. Het Utrechts Landschap, 1990, 191 blz.
Foto 2 en 3: uit eigen collectie
Foto 1 en 4: Peter van der Wielen
Afb. 1: boek: Provincie Utrecht, 1966
Afb. 2: Uit eigen collectie