Ligging |
Het huis Emmickhuizen was gelegen boven op de Emmickhuyser berg in de gemeente Veenendaal, ten
noorden van de spoorlijn Utrecht-Arnhem.
|
Andere benaming | Emminkhuizen, Emmickhuysen |
Ontstaan | De oudste vermelding van Emmickhuizen dateert uit 1309. |
Geschiedenis |
In 1309 werd Emminkhuizen voor het eerst vermeld bij een conflict
tussen Zweder van Abcoude en Jan van Woudenberg. In 1352 droeg Jan van
Culemborg, heer van Woudenberg, Emminkhuizen over aan Gijsbrecht van
Abcoude. Onder diens leenmannen wordt in 1373 een 'Jan van Ymminchusen
van sine goed tot Ymminchusen alst ghelegen is dat hi ontfinc van
Wyllams sijns vader doet ...' genoemd. De heer van Abcoude droeg het
goed in 1433 over aan het Karthuizerklooster Nieuwlicht bij
Utrecht. De sociale status van de leden van het geslacht Van Imminckhuysen is onduidelijk. Zij werden beleend met 'die rechte helft van di alinghe goederen tot ijmminchhuysen'. In 1478 werden de rechten van het geslacht Van Imminckhuysen door het klooster verworven. Het klooster bouwde hier voor de omwonenden in 1535 een kapel ter ere van St. Salvator. Aan het begin van de 17e eeuw was waarschijnlijk niets meer over van het middeleeuwse Emmickhuizen. In de lijst van ridderhofsteden uit 1609 wordt vermeld 'wel eertyts een steene camer gestaen nu aen de vrouwe Monceaux' (was de vrouwe van Renswoude). Een deel van Emmickhuizen was door de rentmeester van het klooster verkocht aan de heer van Renswoude, die aan de voet van de berg het huis Emmickhuizen laat bouwen. Johan van Reede koopt in 1637 het hele buurtschap Emminkhuizen van de Staten van Utrecht voor f. 30.000,- Zijn zoon Frederik van Reede wordt met het huis, inclusief tien morgen grond, beleend. Het huis bleef tot 1816 in handen van zijn nageslacht via de families Van der Does en Van Limburg Stirum. De familie woonde meestal niet zelf op het huis, maar verhuurde het. In 1700 woont er de gepensioneerde legerkapitein Adolph Frisvogel met zijn vrouw en dochter. Hij werd opgevolgd door de gepensioneerde predikant van Renswoude: Henricus van Cuijlenborch, die er samen met zijn huishoudster woont. Tot zijn dood in 1752 is de schout Johannes Jansonius de huurder geweest. Het tuinmanshuis en de schuur werden apart verhuurd. Van 1755 tot 1761 woonde hier Jan Hendrikszn. Brink, die hiervoor f. 110,- per jaar betaalde. Samen met zijn vrouw moest hij de bewoners van het herenhuis toestaan om over de grond rond het tuinmanshuis te lopen en moest hij de tuinen onderhouden. Verder moesten zij bet herenhuis stoffen en luchten bij mooi weer en de gang minimaal twee keer per jaar schrobben als het niet verhuurd werd. Hiervoor ontvingen zij f. 2,- per jaar en voor het toezicht op het bos f. 2,50 per jaar. Van 1770 - 1773 bood huize Emmickhuizen onderdak aan de ambteloze Utrechtse magistraat Evert Post met zijn gezin. In 1767 was zijn suikerraffinaderij failliet gegaan en daarmee raakte hij als zijn bezittingen en funkties kwijt. Zijn dochter was de dichteres Elisabeth Maria Post (1755-1812), die de eenzame jaren op Emmickhuizen in enkele van haar gedichten verwoordde. In 1773 verhuisde het gezin naar Amerongen en vanaf 1774, met de hulp van een zwager, ging het weer beter. Op 18 juli 1816 wordt door Leopold graaf van Limburg Stirum het huis met alle bijbehorende goederen voor fl. 2225,- aan Joost Gerard Godard baron Taets van Amerongen verkocht, maar van het huis is dan al niet veel meer over. Joost Gerard Godart baron Taets van Amerongen, overleden in 1850, besluit dan ook het huis af te breken. Hoewel er nu geen huis meer staat, is de grond nog steeds eigendom van deze familie. Alle tekeningen en gravures die bekend zijn van het huis zijn gebaseerd op een tekening van Jan de Beijer uit 1750. Deze tekening toont ons een huis van twee bouwlagen met een trapgevel en met kruisvensters. Het zadeldak is met pannen gedekt en voorzien van een dakkapel. Het huis is geheel door water omgeven, heeft een eenvoudige toegangsbrug en een houten duiventoren. Mogelijk dateerde dit huis uit circa 1600. |
Bewoners |
- 1683 Johanna van Reede - ca 1755 Frederik baron van der Does ca 1755 erven Frederik baron van der Does - 1816 wordt door Leopold graaf van Limburg Stirum 1816 Joost Gerard Godard baron Taets van Amerongen familie Taets van Amerongen |
Huidige doeleinden | De grachten met het eiland waarop het huis gestaan heeft zijn nog bewaard gebleven. Waarschijnlijk is ook nog veel puin van het afgebroken huis in de grond aanwezig. |
Opengesteld | |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, onder redactie van B. Olde Meierink, Utrecht,
Uitgeverij Matrijs, 1995 boek: Provincie Utrecht, 1966 (*) Archeologische Kroniek Provincie Utrecht 1990-1991, blz 56 Site over de Grebbelinie Afb. 2: boek: Provincie Utrecht, 1966 Afb. 1: Site over de Grebbelinie |