Ligging |
De ruïne ligt aan de zuidzijde van Wijk bij Duurstede
![]() |
Ontstaan | Het kasteel wordt voor het eerste vermeld in 1322. Wel heeft er in de tijd van Dorestad een Frankisch castellum gestaan. |
Geschiedenis |
Rond 1890 werd door een zekere Holwerde de resten van een Frankisch castellum
opgegraven in de buurt van de Cother grindweg. het castellum stond haaks op de
westelijke muur van de muren rond het oude Dorestad. Op de plaats van het
huidige marktplein werden sporen gevonden van een Karolingische marktaanleg en
aan beide zijden van de Hoogstraat stonden over de lengte van 1000 m vierkante
houten woningen. Op deze burcht zetelde de gouwgraaf. Rond 830 wordt Dorestad
door de Vikingen in brand gestoken. Het schijnt dat het kasteel toen gespaard
is. In 863 komen de Vikingen opnieuw en worden zowel het kasteel als de
nederzetting volkomen verwoest. Een jaar later vindt er een grote overstroming
plaats die de restanten nog verder vernietigd. Waarschijnlijk vond rond 1260 de eerste belening van Duurstede plaats. Door de graaf van Gelre werd Zweder I van Zuylen van Abcoude beleend met het kasteel. Zijn vader Gijsbrecht van Zuylen, was leenman van Zuilenburg in Langbroek. Zweder I is hoogstwaarschijnlijk de bouwheer van het kasteel. Waarom hij zich van Zuylen van Abcoude noemde is onduidelijk. Wel weten we dat het kasteel Abcoude ook in bezit was van de van Zuylens. Hoewel de heren in Wijk zich Van Abcoude noemden, heeft er nooit echt een geslacht met die naam bestaan. De oorsprong van de toevoeging Van Abcoude aan de naam van Zuylen is niet duidelijk. Men veronderstelt dat Gijsbrecht of Zweder met een erfdochter Hendrika van Abcoude getrouwd is geweest. Het is echter vrijwel zeker dat Zweder I getrouwd is geweest met Aafje van Schoonhoven en zijn zoon met een dochter van Nicolaas van Cats. Een andere mogelijkheid is dat de bisschop Hendrik van Vianden steun wilde hebben van de Van Zuylens, omdat zowel de graaf van Holland als de hertog van Gelre graag hun macht wilden uitbreiden in het bisdom Utrecht. Daarom heeft hij waarschijnlijk Zweder met Abcoude beleend. Hendrika van Abcoude blijft namelijk een niet te traceren figuur. Zweder wordt opgevolgd door zoon Gijsbrecht. Deze Gijsbrecht geeft in ca 1288 Wijk (bij Duurstede) stadsrechten. Diens zoon Zweder II (1307-1345) liet in Wijk een kerk bouwen en de stadsmuren en poorten waren zo goed als klaar. Hij trouwde met een vrouw uit het geslacht Van Arkel, waardoor de band met bisschop Jan van Arkel (1342-1364) erg goed was. Zweder II wordt weer opgevolgd door zijn zoon Gijsbrecht III, die nog steeds de naam Van Abcoude voerde, maar het is niet duidelijk of hij in kasteel Abcoude woonde of in Duurstede. In 1407 sterft Willem van Abcoude, die de laatste uit het geslacht Van Zuylen van Abcoude is. Hij heeft namelijk geen mannelijke nakomelingen. Zijn dochter Johanna, die trouwde met Jan van Brederode, mocht echter niet opvolgen. De goederen gaan naar haar neef Jacob van Gaesbeek. Door dit gebeuren treden Johanna en Jan allebei in een klooster. In 1410 treedt Jan uit en verzamelt een legertje om zich heen en trekt naar Wijk om het in te nemen. Ook Johanna trad uit het klooster. Bisschop Frederik van Blankenheim (1393-1423) maakte echter korte metten met Jan, terwijl Johanna verplicht weer in het klooster moest, waar ze een jaar later stierf. Jacob van Gaesbeek sterft in 1459, en zijn goederen komen aan de bisschop van Utrecht. David van Bourgondie (1456-1496) vertrekt uit Utrecht en gaat op Duurstede wonen. Hij voerde een vorstelijke staat en liet veel aan kasteel verbouwen en moderniseren. Een aarden wal beschermde het hoofdgebouw en de voorburcht tegen direkte aanvallen. In de tijd van David kwam Wijk tot bloei. Een jongere broer van David, Filips geheten, werd in 1517 bisschop. Hij woonde ook op Duurstede. Tot 1580 blijft het residentie van de bisschoppen. Als in 1672 de Fransen komen vonden de Staten van Utrecht het niet de moeite waard om het kasteel te voorzien van soldaten. Toch kwam het kasteel er met niet zoveel kleerscheuren vanaf. De Franse bevelhebber dacht dat het kasteel eigendom was van de burgemeester van Wijk, die heel erg toeschietelijk was. Daardoor spaarde hij bij zijn aftocht het kasteel. De ellende kwam daarna. Het stadje Wijk had namelijk wel oorlogsschade opgelopen en de bewoners gebruikten sloopmaterialen van het kasteel om hun stad weer op te bouwen. In totaal werden zo'n 163.000 stenen bij het kasteel vandaan gehaald. In de 18e eeuw kwamen weilanden rond kasteel in bezit van de gemeente Wijk bij Duurstede en uiteindelijk het kasteel ook in 1852. De vierkante toren is het oudste deel van de ruïne. Hier vindt men de zwaarste baksteen die te dateren is uit tijd van Zweder I. De afmetingen van de toren zijn 11,5 bij 11,5 en de muren zijn 2,5 m dik. Het gebouw had 2 ruimten elk met een koepelgewelf. De onderste verdieping was niet van buitenaf toegankelijk. Hoewel er geen sprake is geweest van mottekasteel, kan toch worden aangenomen dat de toren oorsponkelijk op de zuidooost hoek van een behoorlijk opgehoogd terrein stond. In de loop van de tijd werd de onderste ruimte opgedeeld door een tussenvloer, terwijl boven de woonverdieping een zolder werd toegevoegd. De woonruimte bood alles wat in de 13e eeuw voldoende was om er te kunnen wonen. Er was een grote haard, een broodoventje in de oostwand en in de muur was een nis uitgespaard, waar zich een privaat bevond met afvoerkoker. Er viel overigens niet veel licht naar binnen. Bij het privaat bevond zich een venster en verder waren er enkele lichspleten. Tot slot was er in de zuidoosthoek een ruimte uitgespaard voor een ronde waterput. Dan is er de Bourgondische toren met een middellijn van bijna 15 m en een hoogte van 41 m. Dit uiterlijk kreeg de toren pas na 1459. David van Bourgondië stelde in 1466 Jacob van der Borch aan voor de verbouwing van de kastelen van de bisschop. Waarschijnlijk is deze ronde toren ontstaan in het 4e kwart 15e eeuw. In de toren bevond zich het woonvertrek van de bisschop met een formidabele schouw en grote vensters. Tegen de zuidzijde van de Bourgondische toren vinden we een muur die waarschijnlijk tot de 2e bouwfase van het kasteel hoorde. De bisschop liet van het kasteel een vierkant geheel maken met op drie hoeken ronde torens en vier nieuwe vleugels. Van één van deze vleugels is een wand bewaard gebleven. Daarin herkennen we o.a. een schouw. Waarschijnlijk zien we hier ook de resten van de grote zaal, die saele, waar de burchtheer zijn gasten ontving. Op het binnenplein zijn de funderingen van deze zaal teruggevonden. De eerste consolidaties vonden plaats in 1883 door architect P.J.H. Cuypers. Hij behoedde de vierkante toren en de Bourgondische toren tegen verder verval. In 1948 vond een ingrijpende restauratie plaats en werd vooral de Bourgondische toren gerestaureerd en weer voorzien van zijn weergang. Pas in de jaren 80 van de vorige eeuw werd de vierkante toren pas grondig gerestaureerd. |
Bewoners |
1260 Zweder I van Zuylen van Abcoude ca 1288 Gijsbrecht II van Zuylen van Abcoude 1307 - 1345 Zweder II van Zuylen van Abcoude Gijsbrecht III van Zuylen van Abcoude - 1407 Willem van Abcoude 1407 - 1459 neef Jacob van Gaesbeek 1459 - 1496 David van Bourgondië 1496 - 1517 Frederik van Baden 1517 - 1524 Filips van Bourgondië 1524 - 1529 Hendrik II van Beieren 1529 - 1534 Willem III van Enckenvoirt 1534 - 1559 George van Egmond 1561 - 1580 Frederik V Schenck van Toutenburg - 1852 J.H. baron van Lynden van Lunenburg 1852 gemeente Wijk bij Duurstede |
Huidige doeleinden | Het kasteel wordt verhuurd voor feesten en partijen (INFO). |
Opengesteld |
Opengesteld: Bezichtiging uitsluitend op afspraak met VVV Wijk bij Duurstede,
tel. 0343 575 995, vanaf ca 10 personen, € 2,00 per persoon. |
Foto's |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Bronnen |
Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht J. Romijn, Hart van Nederland, een boek over de stad en de provincie Utrecht, A.W. Bruna & Zoons Uitgeversmij NV te Utrecht, 1950, blz. 427-430 Foto 1 t/m 4 en 6: uit eigen collectie Foto 5: Peter van der Wielen Foto 7 en 8: Fotodienst Utrecht Afb. 1: boek: Provincie Utrecht, 1966 (*) Afb. 2: Wandelingen door Nederland (*) Afb. 3: Merkwaardige Kastelen (*) Afb. 4: Geschiedenis van de provincie Utrecht, deel 1 Afb. 5 t/m 7, 9 en 10: Uit eigen collectie Afb. 8: 1000 jaar kastelen in Nederland. Functie en vorm door de eeuwen heen Afb. 11: Geschiedenis van de provincie Utrecht, deel 2 Afb. 12: Archief van J. Leemburg Afb. 13: J. Romijn, Hart van Nederland, A.W. Bruna & Zoon's Uitgeversmij NV, Utrecht, 1950, 502 blz. |