Coelhorst

Ligging Dit kasteel heeft gestaan ten noordwesten van Amersfoort langs de rivier de Eem, en wordt ook wel Keulhorst genoemd.
Andere benaming Keulhorst
Ontstaan Wanneer het kasteel gebouwd is, is niet duidelijk.
De oudste vermelding dateert uit 1253. In dat jaar worden de Lockhorster goederen verdeeld en Jan van Lockhorst krijgt van zijn neef Adam van Lockhorst Coelhorst in leen.
Coelhorst is nimmer als ridderhofstad erkend.
Geschiedenis Het kasteel is dus eigendom van de familie Lockhorst, maar hier komt begin 14e eeuw al verandering in, als een Adam van Lockhorst, door woelingen in die tijd, gedwongen wordt zijn goederen te verkopen aan het huis van Abcoude.
Later, in 1360, wordt Nijclaesze Ghelen, Burgemeester van Amersfoort, met het kasteel beleend en daarmee komt Coelhorst in het bezit van de stad Amersfoort.
Omdat de stad Amersfoort zoveel mogelijk invloed wil hebben in de omgeving, wordt in 1363 afgesproken met de heer Gysbert van Abcoude, en ook met dienst zoon Zweder, dat ze zullen voorkomen dat Wouter van Lockhorst aanspraken zal maken op Coelhorst. Na het overlijden van Gysbert, beleent Zweder van Abcoude, heer van Gaesbeek, Putten en Strijen, zijn schoonzus Maria van Wallencourt met Coelhorst. Na haar dood komt Coelhorst weer aan Jacob van Gaesbeek, de zoon van Zweder.
Deze Jacob van Gaesbeek maakte het zo bont dat hij al zijn Utrechtse goederen al voor zijn dood in 1459 moest afstaan aan de Bisschop. De Utrechtse schepen, Gerrit van Zoest, die dan al op het kasteel woont, wordt in 1460 door de Bisschop beleent met Coelhorst.
Tot 1546 bleef het kasteel in bezit van de familie Van Zoest, waarna het overging op de familie Van Esvelt. Door deze familie wordt het goed verkaveld, wat in het begin van de 17e eeuw weer ongedaan wordt gemaakt door de nieuwe eigenaar Jacob van Westreenen. Diens zoon, die ook al Jacob heet, laat het huis grondig restaureren en gaat er in 1648 wonen.
Als het geslacht van Westrenen in 1751 uitsterft, komt het in bezit van Jacob Hyacinth Dierout, heer van Coelhorst en Ganswijck. Deze verkoopt al vrij snel het huis samen met zijn zuster en zwager Agatha en Jan baron de Sweerse in 1759 voor f. 14.500,- aan Everard Bonifacius Wittert, heer van Hoogland, Emiclaar, Langenoorth en Schonauwen.
Twaalf jaar later verkoopt hij zijn huis al weer en dan komt het in bezit van de familie 'Van Tuyll van Serooskerken', wat het blijft tot 1957. Deze familie laat in 1907 het oude huis restaureren en aan de oostzijde met een vleugel uitbreiden.
In mei 1940 werd het kasteel door het Nederlandse leger door brand vernield, maar na de oorlog wordt er weer een eenvoudig huis op de oude nog bestaande funderingen opgebouwd, met uitzondering van de aangebouwde vleugel uit 1907 en de torentjes aan weerszijde van de ingang.
De laatste van de fam. van Tuyll was Vincentia Regina Baronesse van Tuyll van Serooskerken vrouwe van Coelhorst, die in 1957 overleed en het goed naliet aan haar man Jhr. Mr. M.A. Beelaarts van Blokland.
Bij het huis hoorde een kapel. Deze kapel is in 2003 gerestaureerd. Informatie hierover kan men vinden op de site van de kapel.
Bewoners 1253 Jan van Lockhorst
- ca 1310 Adam van Lockhorst
ca 1310 huis van Abcoude
1360 Nijclaesze Ghelen Burgemeester van Amersfoort
1390 Maria van Wallencourt -1459 Jacob van Gaesbeek
1460 Gerrit van Zoest
1546 familie van Estvelt
begin 17e eeuw Jacob van Westreenen. 1648 zoon Jacob vanWestreenen (restauratie)
- 1751 familie van Westreenen
- 1759 Jacob Hyacinth Dierout, heer van Coelhorst en Ganswijck
1759 - 1771 Everard Bonifacius Wittert, heer van Hoogland, Emiclaar, Langenoorth en Schonauwen
1771 Vincent Maximiliaan baron van Tuyll van Serooskerken
1907 Baron van Tuyll (restauratie)
- 1957 Vincentia Regina Baronesse van Tuyll van Serooskerken vrouwe van Coelhorst
1957 haar echtgenoot Jhr. Mr. M.A. Beelaarts van Blokland
Huidige doeleinden Het is nu een eenvoudig woonhuis.
Opengesteld Coelhorst is een landgoed van 85 ha. Zowel huis als terreijn zijn niet toegankelijk.
Foto's
Bronnen Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995
Het Utrechts Landschap, natuurlijk hart van Nederland, Hans Brand en Jan Brand, St. Het Utrechts Landschap, 1990, 191 blz.
boek: Provincie Utrecht, 1966