Clarenborg

Ligging Lag ten noorden van (achter) de Nederlands-Hervormde Kerk in Nieuwer ter Aa (gem. Stichtse Vecht), aan de westzijde van het riviertje de Aa.

Oude afbeeldingen van het kasteel door L.P. Serrurier (ca 1730)

Andere benamingen Over de Aa.
Ontstaan De naam Clarenborg komt voor het eerst voor in 1396 als Johan van Clarenborg het goed in leen krijgt. Hij is getrouwd met Gerritje van der Aa; zij is lid van de familie die hier in de omgeving meer bezittingen had.
Geschiedenis Clarenborg is altijd een achterleen geweest van de familie van der Aa, die zelf Ter Aa en Aastein in bezit had.
De oudste vermelding betreft dat het een leen is van Hadewich uten Enghe. Op haar beurt geeft ze het goed in leen aan Jacob van der Aa. Het is nog steeds onbekend hoe Hadewich en Jacob familie van elkaar zijn.
Na de dood van Jacob wordt zijn enige dochter Gerritje van der Aa ermee beleend. Zij is getrouwd met Johan van Clarenborch, waarmee het kasteel in het bezit van deze familie komt en waaraan het kasteel ook zijn naam te danken heeft. Johan bekleedde een belangrijke functie in de stad Utrecht. Eerst was hij schepen, van 1396 tot 1411 en daarna werd hij in 1413 burgermeester. Hierdoor raakte hij betrokken bij de Arkelse oorlog en door zijn Hollandsgezicndheid, werd hij verbannen. Met hulp van de Hollandse graaf kon hij terugkeren, maar slechts een half jaar later, ook nog in 1415, sterft hij op zijn huis Clarenburg, binnen de stad Utrecht.

Hij wordt opgevolgd door zijn Jan, die echter geen belangrijke rol vervulde en in 1453 sterft. Ook hij laat alleen een dochter na, Johanna geheten, die trouwde met Herman van Wye.

Zegel Herman van Wye
Zegel van Herman van Wye

Waarschijnlijk werd Clarenborg na de dood van Jan niet meer beleend en werd het door de familie Van der Aa zelf gebruikt. In 1484 sterft Gerrit van der Aa, die daarna opgevolgd wordt door zijn dochter Agniese van der Aa. Zij trouwt met Gerrit van Renesse, waarna deze familie zich Van Renesse van der Aa ging noemen.
Waarschijnlijk werd Clarenborg in 1502 weer beleend aan een familielid, een oom van de leenheer: Wouter uten Hamme. We zien namelijk dat in 1539 Clarenborg als ridderhofstad bij de Staten van Utrecht erkend wordt, bij deze erkenning blijkt dat Wouter uten Hamme de leenman is. Hij trouwde met Hadewich van Nijenrode.

Meer dan honderd jaar later, in 1662, wordt Clarenborg door Anna van Renesse opgedragen op haar neef Frederik van Renesse van Elderen. Frederik is maar twee jaren eigenaar geweest en als hij in 1664 kinderloos sterft, besluit Anna Clarenborg te gaan verkopen. Kort voor haar sterven verkoopt ze het huis aan Theodorus van der Perre.
Theodorus koopt het waarschijnlijk om er wat aan te verdienen, want een jaar later verkoopt hij het Frederik van Renesse van Moermont. Frederik is heer van Zuileveld, een kasteeltje dat in Vleuten stond. Frederik was in 1668 getrouwd met Josina Sara van Brederode, die weduwe was van Pieter Nicolaas van Bodek, heer van Marwits. Het echtpaar kreeg geen kinderen en na Frederik's dood vererfde het huis op zijn stiefdochter Suzanna Geertrui van Bodeck-Marwitz. Zij trouwde twee maal en uit haar tweede huwelijk met Maximiliaan Jacob van Renesse, heer van Wesenthorst, kreeg zij een dochter Johanna Adriana van Renesse van der Aa.

Johanna Adriana trouwde in 1716 met Johan Frederik van Reede, heer van Parkeler, maar door haar vroege dood in 1721, vererft het huis naar haar moeders dood op haar tweede zoon Johan Peter Nicolaas van Reede van Parkeler. Zijn oudere broer erfde de Parkeler, een kasteel in Gelderland en zijn jongere broer was heer van Nijeveld. Hoewel het kasteel steeds vererfde, werd het waarschijnlijk al vele jaren niet meer bewoond. Mogelijk voor het rampjaar 1672 was het in verval geraakt. Als er in dat jaar er een nieuwe oorlog dreigt, wordt er in Utrecht besloten de oude lijst van "riddermaatige Heeren Huysen" te vernieuwen. Door de eigenaar van Clarenborg wordt dan geen nieuw verzoek ingediend; hoogstwaarschijnlijk omdat het huis niet meer voldeed aan de gestelde eisen.
In de leenadministratie van Ter Aa wordt rond 1670 het huis als volgt omschreven: "twintig morgen land met hooge huijsch ende hofstede genaamd Clarenborch met thyns en tiend, grof en smal". Het wordt in dat jaar in leen gegeven aan Cornelis van Gessel. Cornelis blijft leenman tot zijn dood in 1747.
In 1705 bezoekt Ludolf Smids het kasteel en treft dan niet meer aan dan een ingestort gewelf van een kelder en drie afgebrokkelde zijmuren.

Van het huis zijn twee tekeningen bewaard gebleven. Op de oudste zien we een huis met bouwkenmerken van rond 1600, maar deze tekening maakt een niet betrouwbare indruk, terwijl de tweede tekening in 1730 getekend werd door L.P. Serrurier. We zien hierop enekel muren en een doorgebroken keldergewelf.
Bij de bouw van een nieuwe schuur werden fundamenten uitgebroken. Recent (?) archeologisch onderzoek heeft echter niets uitgewezen.
Bewoners Jacob van der Aa Gerritje van der Aa, getrouwd met Johan van Clarenborch 1396 - 1416 Johan van Clarenborg
1416 - 1453 Jan van Clarenborch
1453 Johanna van Clarenborch, getrouwd met Herman van Wye
ca 1453 - 1484 Gerrit van der Aa
1484 - 1502 Agniese van der Aa, getrouwd met Gerrit van Renesse
1502 - ca 1539 Wouter uten Ham x Hadewijch van Nijenrode
- 1548 Adriaan van Renesse van der Aa
1548 - 1591 Gerard van Renesse van der Aa
1591 - 1610 Agnes van Renesse van der Aa
1610 - 1635 Hendrik van Renesse van der Aa
1635 - 1662 Anna van Renesse van der Aa
1662 - 1664 Frederik van Renesse van Elderen
1664 - 1666 Anna van Renesse van der Aa
1666 - 1667 Thedorus van der Perre
1667 - 1680 Frederik van Renesse van Moermont
1680 - 1705 Josina Sara van Brederode
1705 - 1741 Suzanna Geertrui van Bodeck-Marwitz, getrouwd met Maximiliaan Jacob van Renesse
1741 - 1797 Johan Peter Nicolaas van Reede van Parkeler, zoon
1797 - 1875 Johan Pieter Christiaan, bron van Reede van der Aa, zoon
Huidige doeleinden Op de plek van het kasteel staat nu een boerderij van die naam; deze ligt op een duidelijk verhoogde oeverwal. Boven de deur staat: 'Ridderhofstad Clarenborg'.
Opengesteld De boerderij is niet toegankelijk.
Foto's Foto van de huidige boerderij in 2003 Oude afbeeldingen van de ruïne door L.P. Serrurier (ca 1730)
Bronnen Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag.
A.A. Manten, De grote huizen van Nieuwer ter Aa in de tweede helft 17de en begin 18de eeuw, in: tijdschrift Historische Kring Breukelen, jrg. 7, nr. 3, 1992, blz. 162 - 169
Afb. 1: A.A. Manten, De grote huizen van Nieuwer ter Aa in de tweede helft 17de en begin 18de eeuw
Foto 1: Uit eigen collectie
Afb. 2: A.A. Manten, De grote huizen van Nieuwer ter Aa in de tweede helft 17de en begin 18de eeuw