Geschiedenis
|
Van een kasteel wordt voor het eerst rond 1400 gesproken. In 1408 wordt het
kasteel, dat een leen is van de heer van Gaesbeek en Abcoude, met 4 morgen land
in leen gehouden bij Tyman van Zuylen.
In 1452 verkoopt Jacob van Gaesbeek het kasteel aan Willem van Gent, die het weer
verkoopt aan Jacob de Roye. Erfdochter Feye de Roye verkoopt het kasteel in 1460
weer door en wel aan bisschop David van Bourgondië. De bisschop op zijn beurt
geeft het kasteel aan zijn dienaar en kamerling Jan van Auxy. In de acte staat
vermeld dat het huis nog steds een leen is van de heren van Abcoude.
In 1541 komt het goed door huwelijk van erfdochter Heylwich van Meerten met Dirk
van Oostrum in de familie Van Oostrum. Door vererving is het kasteel in 1628 in
bezit gekomen van Willem van Oostrum, schout van Wijk bij Duurstede. Een jaar
later wordt Broekhuizen erkend als ridderhofstad.
In 1667 komt het huis in bezit van de familie Van Arkel. De laatste eigenaar uit
deze familie is Otto van Arkel die in 1709 sterft.
In 1793 komt het kasteel in bezit van Cornelis Jan, heer van Nellesteyn, die het
kasteel laat afbreken en een nieuw landhuis laat bouwen in neo-classicistische
stijl met een groot landschapspark. In 1810 blijkt dat het kasteel te klein
geworden is en wordt het verbouwd. Deze heer van Nellesteyn woont er met zijn
vrouw en kinderen. Na enige jaren werd zijn vrouw ziek en ging kuren in het
buitenland. De kuren mochten niet baten en zijn vrouw overleed. De heer van
Nellesteyn vond nieuw geluk bij zijn huishoudster, waarmee hij hertrouwde.
Zijn kinderen wilden dit niet accepteren en ook omdat het in die tijd ongehoord
was, dat een kasteelheer beneden zijn stand trouwde, liet de heer van Nellesteyn
een nieuwe woning vlakbij het kasteel bouwen. Bij zijn nieuwe vrouw kreeg hij
nog een groot aantal kinderen.
Ter genoegdoening besloot de heer van Nellesteyn een familiegraftombe te bouwen
op de vlakbij gelegen Donderberg (genoemd naar Donar). De Donderberg lag/ligt op
één van de zichtassen van het kasteel, waardoor zijn kinderen uit het eerste
huwelijk voortaan elke dag tegen hun eigen graf aan moesten kijken!
De heer van Nellesteyn was ook een soort burgemeester van de toen nog
zelfstandige kern Darthuizen. Het grasveld voor de graftombe werd tijdens zijn
leven de officiële begraafplaats van Darthuizen.
Vanaf 1897 is het kasteel in bezit van de familie Pauw van Wieldrecht. In 1906
gaat het kasteel in vlammen op, maar de eigenaar geeft direct opdracht het
kasteel te herbouwen, zij het wel in iets eenvoudigere vorm.
De oudste afbeelding van het kasteel is van Roelant Roghman uit 1646. Op deze
afbeelding zien we een onduidelijk gebouwencomplex op een omgracht terrein.
Het belangrijkst is een gebouw met 2 bouwlagen, dat gedekt wordt door een
zadeldak. Aan de achterzijde lag een verdiepingloze vleugel. Verder zien we op de
afbeelding nog twee korte verdiepingloze vleugels met zadeldak en een tweebeukig
gebouw met trapgevels.
De vorm van het hoofdgebouw en de twee zijvleugels wijzen op een datering van ca
1630. Dit komt overeen met de ons uit de archieven beschikbare gegevens: rond
1630 werd namelijk door Willem van Oostrum een nieuw huis gebouwd.
Een boedelinventaris uit 1725 dat werd opgemaakt na het overlijden van de weduwe
van Rudolf van Arkel geeft een gedetailleerde beschrijving van de indeling en de
inboedel van het huis.
In het huis bevond zich een eetkamer (met een koffietafel, een eiken eettafel
met daarop een tapijt, een armstoel en een vuurscherm gevuld met 3 kussens),
een middelkeuken (bewaarplaats van huisraad: tafels, houten banken, een
kannenrek en een linnenkast met glazen), een kamertje naast de middelkeuken (met
een grote weegschaal en allerhande rommelarij), een grote keuken en een
voorzaal.
De voorzaal was een representatief vertrek met veel schilderijen. O.a. een
historische voorstelling van het huis te Britten of Brittenburg bij Katwijk; in
de 17e eeuw waren bij eb resten van het kasteel te zien op het strand van
Katwijk.
Op deze verdieping bevond zich ook nog een slaapkamer met een ledikant, een
slaapbank, een spiegel, een tafel, een toilettafel met spiegel, een kabinet en
vele schilderijen. Bovendien beschikte deze kamer over een open haard en was er
gelegenheid voor een partijtje dammen in een luie stoel.
Verder bevonden zich in het huis het grote salet en een kinderkamer. Op de
bovenverdieping bevond zich een kamer boven de kinderkamer en een verwarmd en
volledig ingericht vertrek boven de slaapkamer van de heer des huizes. En verder
een paviljoenkamertje, een kraamkamer, een klerenzolder met gereedschap, een
ruimte boven de eetkamer met rommel en nog 2 vertrekken.
Kort na 1725 is het huis waarschijnlijk ingrijpend gewijzigd. Op afbeeldingen van
Cornelis Pronk uit 1731 en Jan de Beijer uit 1744 zien we een hoofdgebouw dat is
verlengd en veranderd tot een blokvormig rechthoekig breed maar ondiep gebouw met
een schilddak, voorzien van schoorstenen. De stijl van dit huis lijkt op de
Lodewijk XIV stijl en het huis heeft een symmetrisch ingedeelde voorgevel. Deze
twee kenmerken duiden ook op een verbouwing uit het begin van de 18e eeuw.
In 1794 wordt er na afbraak van het kasteel, iets oostelijker een nieuw
landhuis gebouwd. Dit wordt in 1810 weer verbouwd omdat het te klein was
geworden. Het nieuwe huis heeft 3 verdiepingen en rond de ingang staan 4 ionische
zuilen.
In de nacht van 5 op 6 oktober 1906 gaat het kasteel in vlammen op, doordat een
gordijn vlam vatte, nadat het met een lamp in aanraking was gekomen. Gelukkig
bleven veel schilderijen bewaard. Het huis wordt in de oude vorm, maar iets
eenvoudiger, herbouwd.
In 1971 werd het kasteel verkocht aan het Rijk en werd er het Rijksinstituut voor
Natuurbeheer in gevestigd.
|
Bronnen
|
Tekst: Kastelen en Ridderhofsteden in Utrecht
Het Utrechts Landschap, natuurlijk hart van Nederland, Hans Brand en Jan Brand, St.
Het Utrechts Landschap, 1990, 191 blz.
Foto 2 en 3: Uit eigen collectie
Foto 1 en 4: Peter van der Wielen
Foto 5: Elbert van Klaveren
Foto 6 t/m 8: Archief van de heer E. Tiele
Foto 9: J. Leemburg
Afb. 1: Hans van Osch
Afb. 2 t/m 4: eigen collectie
Afb. 5: Voormalige website van de "Stichting De Driewerf"
Afb. 6: archief van J. Leemburg
|