Bottestein

Ligging Het huis stond in Vleuten, niet ver van het Huis te Vleuten. Tussen de Stationsstraat en de Pastoor Ohllaan loopt de Bottesteinweg. Vanaf de Stationsstraat gaat men na ongeveer 100 meter via een brug over de Vleutense Wetering. Het kasteel stond links in de tuin achter het huis met huisnr. 1. In de tuin bevinden zich nog tuinmuurtjes van stenen behorend bij Huize Bottestein.
52”06’14.54 NB, 5”00’45.62 OL

Bottestein 16e eeuw (anonieme tekening)

Ontstaan De oudste vermelding is van 1439.
Geschiedenis Wanneer het kasteel Bottestein is ontstaan is onduidelijk. Aan de hand van de oudste vermelding blijkt de hofstede Bottestein eigendom geweest te zijn van de heer van Den Ham, Frederik uten Ham. Hij had het voor 1439 aan zijn zus Clarissie van den Stapele gegeven, want zij verkoopt de hofstede Bottestein met eigen erf cum annexis in dat jaar aan Folpert van Zuilen. Folpert van Zuilen was getrouwd met Aleidis van Zwieten, die na het sterven van Folpert hertrouwt met Werner Braems, mogelijk familie van Boudijn Braems, de inmiddels overleden man van Clarissie van den Stapele. Het is mij [KBR] onduidelijk waarom Folpert slechts kort eigenaar van Bottestein is geweest, mogelijk is hij eind 1439 of begin 1440 overleden. In elk geval wordt in 1440 door Frederik uten Ham, die nog steeds leenheer is, het kasteel in leen gegeven aan zijn zoon Johan.
Deze belening vindt in 1469 nogmaals plaats, omdat Frederik dan inmiddels is overleden en opgevolgd door zijn kleinzoon, die ook Frederik heet. Bij deze belening wordt het kasteel omschreven als: "dat huys tot bottesteyn mit veertich mergen lants mit tuyn [= omheining] ende timmert".

Na het sterven van Johan uten Ham in 1498 erft zijn dochter Mechteld Bottestein, al behoorlijk bemiddeld door haar huwelijk in 1476 met Govert de Coninck: bij haar huwelijk was haar bruidsschat 7.300 gulden waard en haar man Govert stamde uit een oud geslacht, dat door verschillende huwelijken verbonden was met een aantal aanzienlijke families. Govert was heer van Emiclaar en Langenoorth, baljuw en kastelein van Abcoude en Vreeland en werd in 1525 burgemeester van Utrecht. Mechteld was toen inmiddels overleden (in 1522) en een zoon, Frederik de Coninck, volgde zijn moeder op, waarmee Bottestein in de familie De Coninck komt. Zijn vader Govert kwam op een wrede manier aan zijn levenseinde: tijdens een oorlog tussen de Bisschop en de Hertog van Gelre, koos de stad Utrecht de zijde van Karel van Gelre, wat tot gevolg had dat Govert in 1528 onthoofd werd.
Tijdens het leven van Frederik wordt Bottestein erkend als ridderhofstad op 15 februari 1538 en wordt hij na zijn dood in 1566 opgevolgd door zijn zoon Bernard, die twee jaar later al afstand doet van Bottestein, omdat hij al sinds 1560 door koop eigenaar is van de ridderhofstad Vleuten. De bronnen spreken elkaar hier tegen, doordat bij het Huis te Vleuten vermeld staat, dat Bernard deze woontoren pas in 1576 koopt. [KBR]

In 1583 koopt Gerbrand Verduin het kasteel, die er in dat jaar ook mee wordt beleend. Na zijn dood vererft Bottestein op zijn kleindochter Hendrika van Schoordijk. Hendrika trouwde met een lid uit de familie van Meverden van de Ven, waarmee het kasteel in deze familie terecht komt. Overigens niet lang, want nadat Hendrika overleden is, vererft het kasteel in 1629 op haar zoon Adolf. In 1640 wordt door de kinderen van Hendrika haar boedel overgedragen aan een curator. Wat de reden hiervan is, is mij onduidelijk. Of Adolf is overleden, of er zijn onenigheden onder broers en zussen van Adolf over de verdeling van de erfenis of er zijn financiële problemen geweest. In elk geval wordt Herman Valkenaar de nieuwe eigenaar.
Al enkele dagen later wordt zijn broer Hendrik Valkenaar eigenaar en na diens dood de zoon van Hendrik, Carel Valkenaar geheten. In 1685 sterft carel en zijn erfgenamen besluiten Bottestein te verkopen. De nieuwe eigenaar wordt Pieter Hendrik van Ravenswaay, die al eigenaar van het kasteel Den Eyk was en heer van De Hegge. Pieter Hendrik sterft in 1703 zonder nakomelingen en zijn broer Arnold Ysbrand wordt de nieuwe eigenaar, die blijkbaar geen belang bij het kasteel heeft en het in hetzelfde jaar over draagt aan Hendrik van Utenhove.
gedurende vijf generaties blijft Bottestein in het bezit van deze familie, hoewel er in elk geval na 1750 geen sprake meer is van een kasteel, omdat het in de eerste helft van de 18e eeuw moet zijn afgebroken. Wel stond er nog een boerderij, die in 1855 door Maximiliaan Louis baron van Utenhove verkocht wordt aan Jhr. Willem Elisa Ram.

Van Bottestein zijn drie oude afbeeldingen bewaard gebleven. De eerste is anoniem en wordt gedateerd van rond 1570; de tweede is van Cornelis Pronk uit 1731 en de derde is ongedateerd van de hand van Dirk verrijk. Aan de hand van deze afbeeldingen kunnen we ons een beeld vormen, van hoe het kasteel eruit heeft gezien.
Roelant Roghman heeft in 1647 ook een tekening gemaakt van het kasteel, maar deze is helaas verloren gegaan. Op de oudste afbeelding zien we een kasteel, dat bestaat uit een rechthoekige woontoren en een woonvleugel, die haaks op elkaar stonden. In de hoek tussen deze toren en woonvleugel bevond zich een smalle traptoren met hoge spits en vier dakkapellen. Voor het kasteel bevond zich een ommuurd pleintje. In deze ommuring was een poortje aangebracht, die men kon bereiken via een lange brug met een kleine ophaalbrug over de gracht.
De woontoren bestond uit een souterrain met daarboven twee verdiepingen en werd gedekt door een zadeldak met dakkapel. Tevens was de toren voorzien van arkeltorentjes en kantelen. De woonvleugel bestond slechts uit twee woonlagen en werd ook gedekt door een zadeldak met twee dakkapellen en twee hoge schoorstenen.

Op de twee andere afbeeldingen zien we een eenvoudig rechthoekig gebouw, van slechts één verdieping, dat gedekt werd door een zadeldak. Het is moeilijk na te gaan of dit een restant van het kasteel is; het zou het onderste deel van de woontoren geweest kunnen zijn. De gracht is al volledig verdwenen; deze komen we ook niet meer tegen op de Kadastrale minuut uit 1832.
Rond het kasteel hebben iepen, elzen, essen en wilgen gestaan. Door de eigenaar werd in 1779 een hoeveelheid hakhout van elzen verkocht en in 1780 werden iepen, elzen en wilgen verkocht. Op het terrein bevond zich toen ook een boomgaard, waarin zich kerenbomen bevonden.
Het wapen van de ridderhofstad toont ons een zilveren bot op een rood veld. Hieruit maken we op, dat de naam van het kasteel een verwijzing is naar de vissoort bot, die mogelijk veel in restgeul van de Oude Rijn, waaraan het kasteel gebouwd werd, voorkwamen, maar met zekerheid kan de herkomst van de naam Bottestein niet worden vastgesteld.

Bewoners/eigenaars Frederik uten Ham
- 1439 Clarissie van den Stapele, weduwe Boudijn Braems
1439 - 1440 Folpert van Zuilen, getrouwd met Aleidis van Zwieten
1440 - 1498 Johan uten Ham (zoon van de leenheer)
1498 - 1523 Mechteld uten Ham (dochter), getrouwd met Govert de Coninck
1523 - 1566 Frederik de Coninck (zoon), getrouwd met Alfer Proys
1566 - 1568 Bernard de Coninck (zoon)
1568 - 1583 Mr. Gelein Scrijvers
1583 - 1611 Gerbrand Verduin
1611 - 1629 Hendrika van Schoordijk (kleindochter), getrouwd met NN van Meverden van de Ven
1629 - 1640 Adolf van Meverden van de Ven (zoon)
1640 Herman Valkenaar
1640 Hendrik Valkenaar, heer van Dukenburg (broer)
- 1685 Carel Valkenaar (zoon)
1685 - 1703 Pieter Hendrik van Ravenswaay
1703 Arnold Ysbrand van Ravenswaay (broer)
1703 - 1715 Hendrik van Utenhove, getrouwd met Martha Maria Huygens
1715 - 1727 Maurits Philibert van Utenhove (zoon), getrouwd met Charlotte Justine van Utenhove
1727 - 1767 Jacob van Utenhove (zoon), getrouwd met Geertruid Schepers
1767 - 1780 Maurits Carel van Utenhove (zoon), getrouwd met Johanna Hermina van Hangest-Genlis gez. d'Yvoy
1780 - 1855 Maximiliaan Louis baron van Utenhove (zoon), getrouwd met Anna Maria van Tuyll van Serooskerken
1855 Jhr. Willem Elisa Ram

Huidige doeleinden Het huis kan ik aan de hand van beschrijvingen niet exact lokaliseren. Ik weet daarom niet of er nog iets van terug te vinden is.
Opengesteld Het kasteelterrein is waarschijnlijk nu in gebruik als weiland.
Foto's
Bronnen Tekst: B. Olde Meierink (redactie), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Onder auspiciën van de Stichting Utrechtse kastelen, Utrecht, Matrijs, 1995, 596 pag.
Foto 1: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht