Ligging |
De buitenplaats staat aan de Oud Over nr. 5 in Loenen aan de Vecht,
gemeente Stichtse Vecht.
|
Andere benaming | Hellingrust (tot 1803) |
Ontstaan | Dit huis ontstond na 1734 door de verbouwing van een scheepstimmerwerf. |
Geschiedenis |
Wie besloten heeft om de scheepstimmerwerf en -helling op deze plaats te verbouwen
tot een buitenplaats is mij niet bekend. Wel is bekend dat de eigenaars niet vaak
gebruik maakten van dit huis, maar het verhuurden. Op 26 januari 1741 koopt Boudewijn Ploos van Amstel van Pieter Rijken Roos dit plaatsje "nog zijnde een scheepstimmerhelling met zijn huis". Boudewijn is eigenaar van het ernaast gelegen Vegtlust. Hij sterft in 1758 en het huis blijft eigendom van zijn weduwe.In 1763 verkoopt zij het ‘plaisierplaatsje met zijn huyzinge genaamt Hellingrust’, aan Hendrik Vlot. De gegevens zijn hier tegenstrijdig: het huis wordt verhuurd tot mei 1764 aan Mr. Jan Mijnsen junior. In 1769 wordt Hellingrust nog wel genoemd in het testament van Boudewijn en Geertruij. De waarde van het huis wordt dan getaxeerd op 2.261:13 gulden. Een andere bron zegt dat de oudst bekende huurder Carel Anthony Marchant was, die het huis huurde voor f. 275,- (1763). Tot 1803 komen we het huis tegen onder de naam Hellingrust, maar daarna werd de naam veranderd in de huidige. Zo komen we de nieuwe naam tegen in een verkoopacte uit 1816. In die acte wordt ook melding gemaakt van een houten theekoepel. Deze is waarschijnlijk afgebeeld op een tekening van P.J. Lutgers van de buitenplaats Vegtlust. Een andere huurder was E. van Beusekom, die het huis van 1885 tot 1917 huurde. En tenslotte komen we in 1920 baron Van Till als huurder tegen, die het huis voor f. 400,- per jaar huurde. De enige bekende verbouwing vond tussen 1932 en 1956 plaats: op de eerste etage werd aan de noordzijde een groot atelierraam aangebracht. Dit werd gedaan in opdracht van de kunst- en glasschilder Determeijer die gedurende die periode eigenaar was van de buitenplaats. De achterzijde van het huis, aan de Straatwegkant, heeft een lijstgevel over de hele breedte van het huis en een eikenhouten deur. Beide zijn waarschijnlijk rond 1800 aangebracht. Het interieur van het huis heeft nooit veel veranderingen ondergaan. Dit is te danken aan het feit, dat het huis veel verhuurd werd. Dit zien we bij meer buitenplaatsen die lang verhuurd werden. Zo heeft de gang nog een vloer van marmeren tegels en hebben de kamers balken plafonds. Verder zien we dat de meeste deuren nog oorspronkelijk zijn en gemaakt zijn van eiken- of iepenhout. Terwijl de trap op de eerste etage nog snijwerk heeft in Lodewijk XIV-stijl. Op de begane grond bevond zich in de noordwesthoek de keuken. Dit vertrek heeft nog steeds wanden, die bedekt zijn met witte tegeltjes en op de vloer liggen plavuizen. Ook is de oorspronkelijke schouw met stookplaat nog aanwezig. Dit vertrek heeft ook als enige van het gebouw ramen, die voorzien zijn van een 18e eeuwse ruitverdeling. De overige ramen dateren uit de 19e eeuw. |
Bewoners/Eigenaars |
- 1734 Aaltje Cornelissen van der Cloet (scheeptimmerwerf) 1734 - 1741 Pieter Rijcken Roos 1741 - 1758 Boudewijn Ploos van Amstel en zijn echtgenote Geertruij Grim 1758 - 1763 Geertruy Grim 1763 - 1803 Hendrik Vlot te Amsterdam 1803 - 1816 Anthonia Lucia en Johanna van Heezel 1816 - 1827 Mr. Gerlach Cornelis Johannes van Reenen (beeldsnijder) 1827 - 1852 Mr. Joannes Willem van Reenen, getrouwd met Catharina Geertruy van Appel 1852 - 1869 Catharina Geertruy van Appel 1869 - 1901 Gerlach Cornelis Johannes van Reenen 1901 - 1915 Marie Schoon 1916 - 1920 Jacobus Hendricus Cornelis van Reenen van Lexmond 1920 - 1932 Nicolaas Willem baron van Till 1932 - 1956 Paul Determeijer (kunstschilder) 1956 - 1985 Walther G. Rothbarth 1985 - 1989 Robert Jetten 1989 - heden Dirk-Jan Meijer |
Huidige doeleinden | Volgens mij is het huis particulier bewoond. |
Opengesteld | Het huis is niet toegankelijk. |
Foto's | |
Bronnen |
Tekst: E. Munning Schmidt, Plaatsen aan de Vecht en de Angstel, 1985 de heer J.K. Ploos van Amstel |