Oud-Amelisweerd

Ligging Aan de Kromme Rijn tussen Utrecht en Bunnik, Koningslaan 9.

Foto van het huis

Ontstaan Ameli(u)s uten Werde krijgt in 1224 een stuk grond (waard) in leen van het kapittel van Oud-Munster te Utrecht. Hierop liet deze ridder een ridderhofstad bouwen.
Geschiedenis De oudste geschiedenis van Amelisweerd is in nevelen gehuld. In 1224 wordt er een Amelius Uten Werde met Amelisweerd beleend en in 1238 komen we hem samen met zijn zoon, Amelis II Uten Werde, tegen. De familie zegelt in 1248 met het wapen van Van Wulven, waardoor het vermoeden bestaat, dat deze familie tot de familie Van Wulven behoorde. Mogelijk is Amelius (I) een zoon van Alfer van Wulven, die vermeld wordt tussen 1196 en 1210.
De kleinzoon van Amelius, Amelis III, volgt zijn vader weer op en neemt begin 14e eeuw deel aan de verwoesting van Vianen. In 1309 vindt er een schikking in dit conflict plaats en moet Amelis een groot bedrag betalen. Verder komen we nog een Gysbert Utenweerde tegen, die een gefortuneerde burger van Utrecht was en vermeld wordt tussen 1328 en 1336. Rond 1380 vindt er een splitsing van het goed plaats; waarom dit gebeurt is niet duidelijk. De familie Utenweerde komen we verder niet tegen.

Het oostelijke deel wordt in 1395 beleend aan Jacob van Groenewoude, een broer van Willem van Groenewoude, die het kasteel Groenewoude bij Woudenberg laat bouwen. Op dit deel ontstaat het kasteel Nieuw-Amelisweerd. Het westelijke deel van 4 hoeven groot wordt opgesplitst in 2 delen. Het ene deel was leenroerig aan Zuilenburg en werd beleend aan Bernard uten Eng. De andere 2 hoeven bleef leenroerig aan het proosdij Oudmunster en werd beleend in 1394 aan Herman van Lockhorst, de zich later Van Wulven ging noemen, toen hij het kasteel Oud-Wulven van zijn moeder erfde. Hij was een achterkleinzoon van Mechteld van Groenewoude. Op dit kleine deel van het goed werd kasteel Oud-Amelisweerd gebouwd.

Herman van Wulven werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik, die in 1439 zonder kinderen overleed. Het kasteel ging toen over via zijn zus Clementine van Wulven, die getrouwd was met Balthasar van Buren, op Lutgard van Buren. Lutgard trouwt met Johan van Renesse, waardoor zowel Oud-Amelisweerd als Oud-Wulven in bezit van deze familie komt. In 1453 sterft Lutgard en dan wordt haar zoon Jan van Renesse van Wulven beleend. Jan trouwt met Margaretha van Culemborg en hij besluit om in 1465 Oud-Amelisweerd over te doen naar zijn zoon, die ook al Jan heet. Als deze Jan éénendertig jaar later, in 1494, sterft, wordt diens zoon Johan ermee beleend, maar deze besluit het kasteel over te dragen op zijn broer Gerard. Gerard sterft al drie jaar later en dan wordt diens zoon Frederik van Renesse van Wulven de nieuwe eigenaar.
Mogelijk werd Oud-Amelisweerd door de familie Van Renesse van Wulven niet bewoond, omdat ze ook eigenaar van Oud-Wulven waren en de laatst genoemde Frederik was drost van Breda, dus zal daar in de buurt hebben gewoond, waardoor negen dagen later diens broer Jan met het goed beleend wordt. Deze Jan sterft in 1535, waardoor hij niet meer meemaakt dat zijn kasteel Oud-Amelisweerd wordt erkend als ridderhofstad. Zijn zoon Johan wordt met het kasteel beleend en kan door de erkenning tot de Utrechtse ridderschap worden toegelaten. Ook deze Johan bezat ook het kasteel Oud-Wulven en erfde de havezate Wilp en andere goederen in Gelre van zijn moeder. Deze Jan gaat zich ook Jan van Renesse van Wilp noemen en sterft in 1554. Diens zoon Jan wordt dan beleend, maar draagt het leen over aan zijn jongere broer Frederik.

Frederik van Renesse van Wulven sterft in 1565 kinderloos en het goed vervalt weer op Johan van Renesse. Het gaat niet goed met de familie Van Renesse van Wulven en ze komen met schulden te zitten. Hierdoor zijn ze genoodzaakt bezittingen te verkopen. Eerst verkopen ze Oud-Wulven en nemen in 1583 eerst een hypotheek van 800 gulden en later nog weer 500 gulden. Een jaar later zijn ze genoodzaakt ook Oud-Amelisweerd te verkopen en in dat jaar 1584 wordt Amelis Uten Eng met het goed beleend. Hiermee komen de twee delen van het oostelijke deel, dat 4 hoeven groot is, in één hand. Het ene deel was al en vanaf de 14e eeuw beleend aan de familie Uten Engh.
Nadat de twee delen nog maar tien jaar zijn samengevoegd, gaat het goed over in handen van Johan van Huchtenbroek, een neef van Amelis Uten Engh. In 1602 sterft Johan en zijn echtgenote Maria van Zuilen wordt met Oud-Amelisweerd beleend, omdat hun zoon Cornelis dan nog onmondig is. Later wordt Cornelis van Huchtenbroek met het goed beleend, maar in 1631 blijkt hij in Den Haag te wonen. Mogelijk is de grote afstand de reden geweest, dat hij Oud-Amelisweerd in dat jaar voor f. 40.000 verkoopt aan de familie Van Hoof van Zijl. In dat jaar wordt Paschina d’Edel, weduwe van Jacob van Hoof van Zijl beleend; als zij in 1644 sterft, wordt zij opgevolgd door haar zoon Jacob van Hoof van Zijl. Vier jaar later sterft hij kinderloos en zijn erfgenamen zijn Antonie Oetjens van Waveren, ridder, heer van Waveren, Boxhol en Ruigewilnis, burgemeester van Amsterdam en Hubert van Buren.
Bij de verdeling van de erfenis erft de laatste Oud-Amelisweerd en wordt daarmee in 1649 beleend. Daarmee komt het huis in bezit van de familie Van Buren. Als Hubert in 1667 sterft, wordt hij opgevolgd door zijn broer Balthasar, die heer van Zuidoord is. Lang heeft hij geen plezier gehad van zijn nieuwe bezit, want drie jaar later sterft hij en wordt opgevolgd door zijn zoon Frederick Ignatius. Deze wordt daarmee heer van Zuidoord, Hoenkoop en Amelisweerd. Dan volgt het rampjaar 1672, waarin het kasteel veel te lijden heeft gehad van de Franse troepen. Het blijft gedurende bijna 60 jaar een onbewoonbare ruïne.

Als Frederick Ignatius in 1706 sterft, zijn zijn kinderen nog minderjarig. Zijn weduwe neemt de belangen waar. Waarschijnlijk worden de goederen eerst aan Balthasar van Bueren toegekend, maar in 1713 als ook Johan Frederick meerderjarig vindt er een verdeling van de bezittingen plaats en laatst genoemde wordt de nieuwe eigenaar van het goed Oud-Amelisweerd. Omdat hij meer bezittingen heeft, wordt Oud-Amelisweerd in 1725 verkocht aan Jacob Johan baron van Delen. Deze baron besluit in 1731 een nieuw huis te bouwen in classicistische stijl.
Jacob Johan trouwt met Maria Clignet, maar hun huwelijk blijft kinderloos. Hij sterft in 1743 en Maria in 1760. Hun erfgenamen blijken haar zus Elisabeth en haar echtgenoot te zijn. Omdat ze al eigenaar zijn van de buitenplaats Bosbeek bij Heemstede, hebben ze niet veel belang bij dit huis. Een jaar later verkopen ze het aan hun schoonzoon Gerard Godard Baron Taets van Amerongen. Hij maakt het landgoed beter toegankelijk door een brug aan te laten brengen over de Kromme Rijn, de tuin verandert van karakter en ook het huis gaf hij in 1770 zijn huidige aanzien. Gerard Godard sterft in 1804 en zijn vier kinderen erven zijn bezittingen. Zijn oudste zoon Gerard Arnoud koopt uit de inboedel Oud-Amelisweerd om het twee jaar later te verkopen.

De nieuwe koper is Koning Lodewijk Napoleon, die in hetzelfde jaar 1808 ook Nieuw-Amelisweerd koopt. De koning had het plan om van Amelisweerd een koninklijke residentie te maken. Op Oud-Amelisweerd wilde hij zelf wonen; op Nieuw-Amelisweerd wilde hij zijn manschappen vestigen. De heerschappij van Lodewijk Napoleon duurde maar kort en in 1810 verdween hij richting Frankrijk. De Utrechtse Koningsweg en de Bunnikse Koningslaan herinneren nog aan hem.
Lodewijk Napoleon verkoopt Nieuw- en Oud-Amelisweerd dan aan mr. Jan Pieter van Wickevoort Crommelin, die deze beide kastelen mogelijk koopt om ze weer met winst te verkopen, want een jaar later staan de kastelen weer te koop en worden dan gekocht door jhr. mr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein. Hij was burgemeester van Utrecht en sinds 5 jaar eigenaar van Drakestein.

Als jonkheer Paulus Wilhelmus in 1834 sterft, vererft Nieuw-Amelisweerd op zijn oudste zoon, jhr. mr. Willem Bosch van Drakestein, terwijl Oud-Amelisweerd vererft op zijn derde zoon jhr. mr. Hendrik Willem Bosch van Drakestein. Bijna zestig jaar is hij eigenaar van het huis en als hij in 1883 zonder nakomelingen sterft gaat het huis naar zijn zus Elizabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein, die echter in hetzelfde jaar nog sterft, waarna het kasteel naar zoon jhr. mr. Wilhelmus Johannes Marie Bosch van Oud-Amelisweerd gaat. Het huis blijft tot 1951 in het bezit van de familie. In dat jaar verkoopt de kleindochter van voorgaande het landgoed Oud-Amelisweerd aan de Gemeente Utrecht. Ook de pachtboerderijen Zonnewijzer en Willegenburg hoorden daarbij. Vanaf 1946 huurde de familie De Wijs woonruimte in het huis en die situatie bleef ook zo na de verkoop in 1951, zelfs tot 1989. In dat jaar overleed de weduwe mevr. Theodora de Wijs.
Het huis kwam komt dan vier jaar in beheer van de Stichting Oud-Amelisweerd. Deze Stichting wist te voorkomen dat bij de boedelverkoop van de meubels van de laatste bewoonster, niet het zeldzame Chinese behang per opbod verkocht werd. Nu is er een museum in het huis gevestigd.

Op een afbeelding van Oud-Amelisweerd uit 1730 door L.P. Serrurier naar een pentekening van C. Pronk, zien we naast het huis een heuvel, wat een motte geweest zou kunnen zijn. Op deze heuvel zou het kasteel uit de tijd van Amelius uten Werde, hoewel we voor 1537 geen vermelding van een kasteel in de archieven tegen komen. Ook tegenwoordig bevindt zich naast het huis een heuvel.
In 1992 heeft er archeologisch onderzoek plaats gevonden of vastgesteld kon worden of deze heuvel een motte geweest zou kunnen zijn. In de heuvel werden echter geen bewoningsresten aangetroffen, maar bestond uit vrij schone aarde. Daaruit kunnen we vaststellen, dat de huidige heuvel vroeger geen motte is geweest, maar in 1808 werd opgeworpen voor de aanleg van de ijskelder.
Als we de afbeelding uit 1730 vergelijken met de afbeelding uit 1791 door H. Spilman, naar een tekening van J. de Beyer, dan zien we dat de heuvel op de nieuwere afbeelding verdwenen is en dat het huis uitgebreid is in de richting van de eerdere heuvel. Hieruit kunnen we concluderen, dat de heuvel uit 1730 tussen 1730 en 1745 is afgegraven.

Tegen het einde van de 16e eeuw wordt gesproken over de "huysinge van jonkheer Johan van Huchtenbroek", terwijl in een lijst van "Ridderwooningen en Edele Hoffsteden" uit de 17e eeuw onduidelijkheid bestaat over de status van dit kasteel. Er zijn ook geen 17e eeuwse tekeningen bekend. Mogelijk is het huis flink toegetakeld in het rampjaar 1672. In 'de Tegenwoordige Staat' staat vermeld, dat de "grondslag van een Slot" tot 1770 zichtbaar was.
Aan de hand van vier tekeningen uit de periode 1730-1745 kunnen we ons een voorstelling maken, van hoe het huis er in die periode uit heeft gezien. Op de twee oudste afbeeldingen zien we een eenvoudig huis met een trapgevel en dat het drie vensters breed was. De afbeelding uit 1745 toont een huis van zeven vensters breed.

Als het huis in 1760 in bezit komt van Gerard Godard baron Taets van Amerongen, vinden er grote veranderingen plaats. Eerst wordt er van de tuin een "fraje Plantaadje" gemaakt. Daarna wordt het landgoed meer ontsloten door het aanbrengen van een nieuwe brug over de Kromme Rijn en volgens 'de Tegenwoordige Staat' werd het toenmalige huis afgebroken en op dezelfde plek een nieuw huis gebouwd. Na deze verbouwing is het huis in grote lijnen niet meer veranderd. In het interieur komen we kamerbetimmeringen, stucplafonds en schoorsteenmantels tegen in Lodewijk XVI-stijl en in de vier representatieve vertrekken komen we nog behang tegen uit de 18e eeuw. In de twee grote salons treffen we handgeschilderd Chinees behang aan op een juten ondergrond en in de oostelijke salon treffen we op het behang een Aziatische tuin met exotische vogels aan. Er kon worden vastgesteld, dat dit behang tussen 1750 en 1775 in China gemaakt is. De eigenaar kon waarschijnlijk eenvoudig aan dit behang komen, omdat zowel zijn schoonvader als zoon belangrijke posities vervulden binnen de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
In de 19e eeuw is het huis nog gemoderniseerd. O.a. de 18e eeuwse vensters werden vervangen door empire schuiframen. Rond 1900 werd er een handbediende personenlift aangebracht, waarschijnlijk op de plek waar zich eerder een bediendentrap bevond. In de Tweede Wereldoorlog zijn er waterleidingen en elektriciteit aangebracht.
Bewoners 1224 ridder Ameli(u)s uten Werde
vermeld 1274 Amelis II uten Werde
vermeld ca 1300 - 1309 Amelis III uten Werde
1394 - 1435 Herman van Lockhorst (van Wulven)
1435 - 1439 Hendrik van Wulven (zoon)
1439 - 1453 Lutgard van Buren, getrouwd met Johan van Renesse (nicht)
1453 - 1465 Jan van Renesse van Wulven (zoon), getrouwd met Margaretha van Culemborg
1465 - 1494 Jan van Renesse van Wulven (zoon)
1494 Johan van Renesse van Wulven (zoon)
1494 - 1497 Gerard van Renesse van Wulven (broer)
1497 Frederik van Renesse van Wulven (zoon)
1497 - 1535 Jan van Renesse van Wulven (zoon)
1535 - 1554 Johan van Renesse van Wilp (zoon)
1554 Johan van Renesse van Wulven, heer van Wilp (zoon)
1554 - 1565 Frederik van Renesse van Wulven (broer)
1565 - 1583/4 Johan van Renesse van Wulven, heer van Wilp (broer)
1583/4 - 1594 Amelis uten Engh (koop en vererving)
1594 - 1602 jhr. Johan van Huchtenbroek, getrouwd met Maria van Zuilen (neef)
1602 - 1632 Cornelis van Huchtenbroek (zoon)
1632 - 1644 Passchina d'Edel, weduwe van Jacob van Hoof van Zijl (koop)
1644 - 1648 Jacob van Hoof van Zijl (zoon)
1648 - 1649 erfgenamen van voorgaande
1649 - 1667 Huybert van Bueren (neef)
1667 - 1670 Balthasar van Bueren, heer van Zuidoord (broer)
1670 - 1706 Frederick Ignatius van Bueren
1706 - 1713 Balthasar van Bueren (zoon)
1713 - 1725 Johan Frederick van Bueren (broer)
1725 - 1743 Jacob Johan baron van Delen, getrouwd met Maria Clignet
1743 - 1760 Maria Clignet
1760 - 1761 Elisabeth Clignet, getrouwd met Gerard Arnoud Hasselaer
1761 - 1806 Gerard Godard Baron Taets van Amerongen (schoonzoon, koop)
1806 - 1808 Gerard Arnoud Baron Taets van Amerongen (zoon)
1808 - 1810 Koning Lodewijk Napoleon (koop)
1810 - 1811 mr. Jan Pieter van Wickevoort Crommelin (koop)
1811 - 1834 jhr. mr. Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein (koop)
1834 - 1883 jhr. mr. Hendrik Willem Bosch van Drakestein (zoon)
1883 Elizabeth Cornelia Petronella Bosch van Drakestein (zus)
1883 - 1899 jhr. mr. Wilhelmus Johannes Marie Bosch van Oud-Amelisweerd (zoon)
1899 - 1935 Willem Eugène Bosch van Oud-Amelisweerd (zoon)
1935 - 1951 Marie Thérèse Bosch van Oud-Amelisweerd (dochter)
1951 gemeente Utrecht
Huidige doeleinden In het huis is sinds 2014 het Museum Oud Amelisweerd gevestigd.
Opengesteld Het park rond het huis is vrij toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.
Het museum is geopend van dinsdag t/m zondag van 11 - 17 uur.
Gesloten op Koningsdag, eerste Kerstdag en nieuwjaarsdag. Het museum is ook Tweede Paasdag en Tweede Pinksterdag geopend.
De toegangsprijs voor volwassenen bedraagt 12 euro. Voor overige informatie zie de website van Museum Oud Amelsiweerd.
In het koetshuis is "De Veldkeuken" gevestigd, waar thee, koffie en biologische sappen geschonken worden en er heerlijke landgoedtaartjes gegeten kunnen worden. Daarnaast bestaat er ook de mogelijkheid tot vergaderen: (INFO)
In "De Veldkeuken" worden thee, koffie en biologische sappen geschonken en kunt u heerlijke landgoedtaartjes eten.
Foto's Foto van de voorzijde van het huis Foto van de voorzijde van het huis Foto van de achterzijde van het huis Foto van de voorzijde van het huis
Foto van het interieur van het huis op 5 april 1989 Gravure van het huis door Hendrik Spilman naar Jan de Beyer (ca 1750) Tekening van het huis door J.D. Steuerwald uit 1869 Plattegrond van de benedenverdieping van het huis
Tekening uit 1730 door L.P. Serrurier Interieurfoto van Oud Amelisweerd
Bronnen Tekst: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, onder redactie van B. Olde Meierink, Utrecht, Uitgeverij Matrijs, 1995
kranteartikel in het RD van 22 december 1992
Arjen Meurs
ANWB, Eigen land met open ogen, Utrecht, 1966, blz. 33
T. Breemhaar, De motte en ijskelder van Oud-Amelisweerd, In: tijdschrift van de Historische Kring "Tussen Rijn en Lek", 1993, nr. 1, blz. 1 -
Foto 1, 3 en 4: Peter van der Wielen
Foto 2 en 7: uit eigen collectie
Foto 5: Elbert van Klaveren
Foto 6: Fotodienst Utrecht
Afb. 1: boek: Provincie Utrecht, 1966
Afb. 2 en 3: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, 1995
Afb. 4: T. Breemhaar, De motte en ijskelder van Oud-Amelisweerd